2min

Tags in dit artikel

, , , ,

Amazon Web Services (AWS) zou werken aan een tweede generatie van zijn Graviton-chip voor datacentra. De chip moet krachtiger en minstens 20 procent sneller dan de eerste variant zijn.

Graviton is een op Arm-gebaseerde system-on-chip die de A1-familie van cloud instances van het bedrijf aanstuurt. De eerste versie van de chip verscheen vorig jaar en is een goedkope optie voor gemakkelijkere computing-taken.

Nu moet er dus een tweede variant komen, die sneller is dan zijn voorganger, melden twee mensen die bekend zijn met de ontwikkeling van de chip tegenover Reuters. Deze versie gebruikt naar verwachting nieuwere Arm-technologie dan zijn voorganger, die de Cortex A72 gebruikte. Mogelijk gebruikt de tweede generatie Neoverse N1-technologie. Ook moet de chip meer cores krijgen, namelijk 32 tegenover de 16 van de eerste Graviton.

De chip krijgt verder een technologie met de naam ‘fabric’, waarmee het samen kan werken met andere chips. Op die manier moeten taken als beeldherkenning versneld worden, stelt een ingewijde.

Concurreren met Intel

Een bron vertelt dat de hogere snelheid een duidelijk signaal is voor de markt dat Amazon serieus is over zijn investering in Arm-gebaseerde chips. De beide bronnen stellen echter dat de nieuwe chip waarschijnlijk minder krachtig is dan de Cascade Lake van Intel of de Rome van AMD.

Daarentegen zijn Arm-chips goedkoper en verbruiken ze minder elektriciteit dan de high-end chips van Intel. Daardoor kunnen ze wel interessant zijn, zeker voor datacentra. In datacentra, waar vaak duizenden servers staan, richten kopers van chips zich vaak op een mix aan factoren, waaronder snelheid, de grootte van de chip, energieverbruik en kosten voor koeling.

Al die factoren samen wordt de Total cost of Ownership genoemd en dat is precies waar de Arm-gebaseerde oplossingen zich op richten. De bedoeling is dat dergelijke chips uiteindelijk kunnen concurreren met Intel, dat nu dominant is op de markt.

De eerste Graviton-chip was nog niet iets waar Intel zich echt zorgen over hoefde te maken, vindt Bernstein-analist Stacy Rasgon. Maar er zijn wel grote techbedrijven die jaarlijks miljarden uitgeven aan Intel en AMD, die de middelen hebben om krachtigere Arm-chips te maken.

“Ik maak me geen zorgen om Arm op zichzelf, maar als Arm in de handen komt van een Amazon of een Google die hier potentieel in kunnen investeren, dan kan het mogelijk problematischer worden”, aldus Rasgon.