Veruit de meeste Nederlanders gaan niet veilig op het internet. Dat blijkt uit onderzoek van BIT, specialist in colocatie, internetverbindingen, managed hosting en outsourcing. Uit het onderzoek, dat onder ruim duizend Nederlanders werd uitgevoerd, blijkt dat meer dan de helft niet weet wat ze moeten doen om de online privacy te beschermen.
Daarnaast blijkt uit het BIT-onderzoek dat maar liefst 68 procent van de Nederlanders niet weet wat er gebeurt met de informatie die ze online achterlaten. Er wordt ook niet heel bewust omgegaan met de privacygevoelige informatie die geplaatst wordt.
Zo delen velen standaardgegevens als hun voor- en achternaam (75%), postcode (63%) en woonplaats (64%). Wanneer het echter om bankzaken en identiteitsbewijzen gaat, is de Nederlander voorzichtiger. Zo deelt slechts 20 procent bankrekeningnummers, 7 procent paspoortnummers en 12 procent creditcardgegevens.
Onbewuste en gedwongen maatregelen
Helemaal kommer en kwel is het niet. Er worden wel onbewuste maatregelen getroffen. 64 procent van de respondenten beschermt de online privacy bijvoorbeeld door middel van sterke wachtwoorden, 53 procent door verschillende wachtwoorden te gebruiken en 51 procent door systemen regelmatig te updaten. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat slechts 42 procent gebruikmaakt van unieke wachtwoorden.
Wido Potters, Manager Support & Sales bij BIT: “Nederlanders nemen vooral onbewust maatregelen op het gebied van online privacybescherming. Als we vragen hoe zij de privacy moeten waarborgen, hebben zij geen idee. Wanneer er echter een lijstje wordt voorgelegd met maatregelen, blijkt dat zij toch het een en ander ondernemen. Het gaat dan in de meeste gevallen om opgelegde maatregelen.”
Daarmee zou gesteld kunnen worden dat het opleggen van maatregelen in een aantal gevallen dus wel werkt. Specifieke eisen aan wachtwoorden bijvoorbeeld, maar ook het gedwongen updaten van systemen, werken. Als mensen echter actief ergens aan moeten gaan werken slaagt het minder. “Hieruit kunnen we concluderen dat men nagenoeg niet de moeite neemt en noodzaak ziet om maatregelen te treffen. Kortom, privacybescherming is niet top of mind en dat is een verontrustend gegeven,” concludeert Potters.