5min Devices

Robotisering in 2025: tussen hype en realiteit

Een man met kort krullend zwart haar en een getrimd baardje, draagt een donker colbert en donker overhemd en glimlacht naar de camera tegen een witte achtergrond.
Robotisering in 2025: tussen hype en realiteit

Het valt niet te ontkennen dat de robotica de afgelopen decennia grote vooruitgang heeft geboekt. Van fabrieken en ziekenhuizen, tot logistieke centra en onze eigen huishoudens; robots zijn inmiddels een gegeven in ons dagelijks leven. Door de enorme opmars van AI worden we overspoeld met video’s van dansende humanoïde robots, drones die pakketjes bezorgen en zelfrijdende auto’s die, naar verluidt, beter presteren dan mensen. Eén ding is duidelijk: de toekomst is hier. Maar hoe ver zijn deze technologieën nu écht? Zijn ze zo geavanceerd als ze lijken? Of kijken we vooral naar een marketingvisie die de realiteit vooruit is?

Neem bijvoorbeeld Tesla’s humanoïde robot Optimus. Tijdens het ‘We Robot’-evenement in 2024 leek het alsof de robot zelfstandig bewoog. Maar wat bleek? Deze robot werd op afstand bestuurd door menselijke operators. Net als Nikola’s elektrische vrachtwagen, die alleen vooruit kwam omdat hij van een helling afrolde, of Tesla’s zelfrijdende auto’s die in werkelijkheid niet volledig autonoom bleken te zijn, krijgen we vaak een toekomstbeeld voorgeschoteld alsof het al werkelijkheid is.

Tegelijkertijd zijn er onmiskenbaar indrukwekkende doorbraken: autonome auto’s die in milliseconden reageren om botsingen te vermijden, of de robots van Boston Dynamics die parkour moves laten zien waar menig topsporter moeite mee zou hebben. Maar dit zijn uitzonderingen. Ze garanderen geen succesvolle werking in de onvoorspelbare omstandigheden van de echte wereld.

Alles draait om context

Om de huidige stand van robotisering goed te begrijpen, moeten we niet alleen kijken naar wat robots kunnen, maar vooral naar waar ze hun taken kunnen uitvoeren. In grote lijnen kunnen we drie soorten omgevingen onderscheiden: gecontroleerde, semi-gecontroleerde en ongecontroleerde omgevingen.

In de volledig gecontroleerde wereld van hightech productie is robotica werkelijk indrukwekkend. Ter voorbeeld: bij ASML functioneren robotgestuurde subsystemen met hoge snelheid en atomaire precisie. Deze robots presteren optimaal omdat hun omgeving volledig gecontroleerd is. Dat wil zeggen, vrij van onverwachte obstakels, weersveranderingen of mensen die plotseling tussenbeide komen.

Maar zodra je deze nauwkeurig gecontroleerde setting verlaat, wordt het ingewikkelder. In semi-gecontroleerde omgevingen, zoals magazijnen of voedselverwerkingsbedrijven, moeten robots omgaan met onregelmatigheden. Geen enkele appel op de lopende band is precies hetzelfde van vorm, en een krat kan zomaar verkeerd zijn geplaatst door een medewerker. Robotsystemen moeten in deze situatie dus flexibel, adaptief en veilig in de nabijheid van mensen kunnen opereren. Amazon heeft op dit gebied een werkend evenwicht gevonden met autonome mobiele robots (AMR’s) in zijn magazijnen. Die navigeren in vooraf in kaart gebrachte ruimtes en werken samen met personeel, al werkt dat alleen zolang de menselijke medewerkers zich ook aan de regels houden. Het snelgroeiende vakgebied van soft robotics biedt hier veel potentie, maar bevindt zich nog grotendeels in de onderzoeksfase.

En dan is er de echte wereld, vol onvoorspelbaarheid. Volledig ongecontroleerde omgevingen zoals stadsstraten, woningen of landbouwvelden maken de kloof tussen belofte en realiteit pas echt duidelijk. Zelfrijdende auto’s doen het goed in droge, bekende delen van Arizona. Maar voeg regen toe, een plots afgesloten weg of een overstekende voetganger, en de besluitvorming komt in het geding. Bezorgdrones en -robots tonen potentie, maar functioneren voorlopig alleen binnen streng afgebakende wijken en onder toezicht. Zelfs als deze bots gemiddeld beter presteren dan menselijke chauffeurs wanneer het aankomt op ingrijpen om ongevallen te voorkomen, kunnen ze die nooit volledig uitsluiten. Hoe meer auto’s autonoom worden, hoe gevaarlijker zelfs de kleinste fout op grote schaal kan zijn. Sterke regelgeving en grondige verificatie zijn dan ook essentieel voordat volledige autonomie mogelijk is.

Zo zijn humanoïde robots ook nog lang niet klaar om onder ons te leven. Ze kunnen gasten verwelkomen in hotels of medicatie uitdelen in verzorgingstehuizen, maar doen dat met beperkte autonomie en vooraf vastgelegde handelingen. De droom van een behulpzame huisrobot die het avondeten kookt en de was opvouwt, is nog verre toekomstmuziek. Fysieke en cognitieve beperkingen, hoge kosten en ethische vraagstukken maken grootschalige inzet voorlopig onrealistisch.

De gezondheidszorg biedt een iets positiever beeld, zij het met kanttekeningen. Systemen zoals het da Vinci chirurgie systeem ondersteunen chirurgen met indrukwekkende precisie, en robotische exoskeletten helpen mensen met mobiliteitsproblemen. Toch functioneren ook deze systemen onder streng toezicht, en zijn ze gebonden aan ethische en veiligheidsoverwegingen. Autonomie is hier niet zozeer een technische uitdaging, maar eerder een menselijke. In de landbouw – een sector die vanwege arbeidskrapte veel baat heeft bij automatisering – worden robots inmiddels ingezet voor taken als gewasmonitoring, wieden en autonoom ploegen. Maar zelfs hier kunnen terrein, weersomstandigheden en de delicate omgang met gewassen hun effectiviteit flink beperken.

Wat al deze domeinen gemeen hebben: hoe meer controle over de omgeving, hoe geavanceerder en productiever robots kunnen zijn. En hoe onvoorspelbaarder de omgeving, hoe trager en beperkter hun mogelijkheden. Dat betekent niet dat de robotica faalt, het is simpelweg het resultaat van een complexe wisselwerking tussen natuurkunde, techniek, ethiek en de echte wereld.

Schets realistische verwachtingen

De technologie ontwikkelt zich razendsnel, maar is vaak nog lang niet zo ver als marketing wil doen geloven. Vooral in het publieke debat wordt het verschil tussen gecontroleerde en ongecontroleerde toepassingen vaak genegeerd, wat leidt tot onrealistische verwachtingen bij het grote publiek, en uiteindelijk tot verlies van vertrouwen in het vakgebied.

Daarom een oproep aan bigtech, technologen, media en beleidsmakers: communiceer eerlijk over zowel de beperkingen als de kansen van robotica. Echte vooruitgang begint met transparantie.

We zullen nog lang niet in een I, Robot-scenario terechtkomen. Laten we erkennen waar robots nu écht van waarde zijn, en in de toekomst kunnen zijn. Alleen dan kunnen we robotica inzetten als een realistisch en krachtig hulpmiddel voor de samenleving.