Met de toenemende urgentie van duurzaamheid en milieubescherming zijn het bedrijven zoals Fokker Next Gen die een leidende rol kunnen gaan spelen in de toekomst van de luchtvaart. Dit Nederlandse bedrijf richt zich op de ontwikkeling en productie van een waterstofverbrandingsvliegtuig met 120 zitplaatsen, dat vanaf 2035 geleverd wordt aan luchtvaartmaatschappijen. Voor de eindassemblagelijn zocht Fokker Next Gen een aanvullende locatie buiten Nederland en koos uiteindelijk voor Letland, waar het bedrijf veel groeipotentieel ziet.
Het erfgoed van Fokker Next Gen gaat ver terug; zoals ze zelf zeggen, het bedrijf is “meer dan honderd jaar jong”. Het bedrijf vindt zijn oorsprong in de Nederlandse vliegtuigbouwer Fokker, opgericht in 1912. Na het faillissement in 1996 werden de activa van Fokker verkocht en verwierf Panta Holdings BV de intellectuele eigendomsrechten, waarmee de basis werd gelegd voor de oprichting van een voorloper van Fokker Next Gen.
In eerste instantie wilde Fokker Next Gen het werk van Fokker voortzetten, maar volgens Juriaan Kellermann, CEO van Fokker Next Gen, realiseerde het bedrijf zich zo’n zes jaar geleden dat een meer milieuvriendelijke aanpak noodzakelijk was. Ze kozen voor waterstofverbranding als voortstuwingsmethode, waarmee grote vliegtuigen lange afstanden kunnen afleggen zonder CO2-uitstoot.
Fokker Next Gen begon met het plan om een bestaand vliegtuigontwerp aan te passen voor het gebruik van vloeibare waterstof. Al snel realiseerde het bedrijf zich echter dat dit te duur en te complex zou zijn als tussenstap naar een waterstofverbrandingsvliegtuig. Uiteindelijk zou een volledig nieuw ontwerp toch onvermijdelijk zijn. Daarom besloot Fokker Next Gen een compleet nieuw vliegtuig te ontwikkelen. Dit toestel krijgt conventionele gasturbinemotoren, maar met een belangrijke innovatie: ze werken op waterstof in plaats van kerosine.
Fokker Next Gen bevindt zich momenteel in de ontwikkelingsfase van het vliegtuig en werkt volgens een duidelijke tijdlijn. De ontwikkeling omvat het creëren van een “virtual twin” voor simulaties en het bouwen van een “iron bird” (een testopstelling van de motor en het brandstofsysteem zonder vliegtuig). Het doel is om tussen 2035 en 2040 de productie op te voeren naar 150 vliegtuigen per jaar. Zoals Juriaan opmerkt, is het echter efficiënter om dit productie volume met twee assemblagelijnen te realiseren, waarbij de productie wordt verdeeld. Daarom ging Fokker Next Gen op zoek naar een extra locatie en koos uiteindelijk voor Letland als tweede thuisbasis.
Waarom Letland een uitstekende partner is voor Fokker Next Gen’s groene luchtvaartambities
Fokker Next Gen woog verschillende factoren af bij het kiezen van een nieuwe locatie. Ten eerste wilden ze in Europa blijven om werken met verschillende certificering instanties en regelgeving te vermijden. Ten tweede richtten ze zich op landen zonder grote luchtvaartindustrieën, omdat dit minder concurrentie zou opleveren bij het verkrijgen van steun van lokale gemeenschappen en overheden.
“Letland had vroeger een luchtvaartindustrie, maar die bestaat nu niet meer. De expertise is echter nog steeds aanwezig,” zegt Juriaan. “Er zijn veel bedrijven in Letland waarmee we verder kunnen bouwen. We hebben een ecosysteem nodig van bedrijven, kennisinstellingen en organisaties om dit project te laten slagen, zoals de Technische Universiteit van Riga (RTU).”
Een andere belangrijke reden voor de keuze voor Letland was de strategische ligging van het land – een kruispunt tussen Scandinavië en Oost-Europa, met toegang tot de Baltische Zee. Dit maakt het mogelijk om vliegtuigonderdelen eenvoudig tussen locaties te transporteren, inclusief grotere onderdelen via zee. Samen met een goede culturele match en een warm welkom van de Letse overheid en andere instellingen, is de basis gelegd voor een vruchtbare samenwerking.
Een nieuw pad in duurzame luchtvaart
In december 2023 ondertekende Fokker Next Gen een intentieverklaring met het Letse Ministerie van Economie en de Speciale Economische Zone (SEZ) van Liepāja, evenals een samenwerkingsovereenkomst met de Technische Universiteit van Riga (RTU). Momenteel is Fokker Next Gen betrokken bij verschillende projecten in Letland, waaronder samenwerking met RTU om nieuwe curricula te ontwikkelen gericht op waterstofvliegtuigen.
De aanwezigheid van Fokker Next Gen in Letland kan Lets talent dat in Nederland studeert, terug naar huis trekken. “We zien al veel interesse, vooral van jonge mensen die techniek studeren en graag voor een bedrijf zoals het onze willen werken,” zegt Juriaan. “Er studeren veel Letten in Nederland, en ze volgen ons werk op de voet. Ik zie enorm potentieel voor jonge mensen om na hun studie terug te keren naar Letland en zo de lokale economie te versterken.”
Letlands potentieel voor groene groei
Juriaan verwacht dat in de toekomst meer grote projecten voor Letland zullen kiezen, en hij is trots dat zijn bedrijf een van de pioniers is. “Toen we hier begonnen, zeiden sommigen dat we gek waren om een miljardenproject in Letland op te zetten omdat het nog nooit eerder was gedaan. Maar het feit dat het nieuw is, schrikt ons niet af – we doen het gewoon,” zegt Juriaan.
Hij gelooft dat Letland een exporteur van schone energie naar Europa kan worden, wat bedrijven zoals Fokker Next Gen zal aantrekken, die groene energie nodig hebben om duurzaam te kunnen opereren. Juriaan voegt daaraan toe: “Als je groene energie exporteert naar Europa, draagt dat ook bij aan de veiligheid van de regio.”
Zoals Juriaan aangeeft, zou de focus bij het kiezen van een land voor uitbreiding niet alleen op lagere kosten moeten liggen. “Het is belangrijk om juist de sterke punten van het land te erkennen en te benutten—zoals de aanwezige kennis, expertise en ambitie. Dat zijn de bouwstenen voor een duurzaam bedrijfsmodel dat voor alle partijen voordelen oplevert,” legt hij uit. Met het ambitieuze plan van de Letse overheid om de economie in de komende tien jaar te verdubbelen, biedt het land enorme mogelijkheden. “Er zijn maar weinig landen in Europa die zo snel zullen groeien. Ook voor andere bedrijven is dit een geweldige kans,” concludeert Juriaan.