1 min

Tags in dit artikel

, ,

Europeanen kunnen vanaf begin 2004 terecht bij een Europees kenniscentrum voor internet- en informatiebeveiliging. Het kenniscentrum gaat de burgers en regeringen adviseren over de bescherming tegen onder meer computervirussen en hackers. De betrokken ministers van de EU-lidstaten hebben daarover donderdag in Brussel een politiek akkoord bereikt. Lidstaten in de Europese Unie zijn nu niet allemaal even ver met de acties om informatie te beveiligen. Soms hebben ze ook verschillende aanpakken gekozen. Een van de taken van het centrum is om de risico’s in systemen op te sporen. Ook moet het helpen voorkomen dat landen of bedrijven systemen ontwikkelen die niet op elkaar aansluiten.

De EU wil door het agentschap bovendien beter betrokken raken bij de veiligheid van computers. "Wat veel burgers zich niet realiseren, is dat de veiligheid van internet nu in handen is van een Amerikaanse private instelling", aldus minister Brinkhorst (Economische Zaken), die namens Nederland het woord voerde. "Het is nuttig dat we als Europeanen samenwerken met die instelling. Bij een crisissituatie moeten we een Europese publieke structuur hebben".

Het Europees parlement had al eerder ingestemd met de oprichting van een Europese agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging, ook wel Enisa genoemd. Het centrum is voorlopig gevestigd in Brussel. De ministers besluiten later over een definitieve locatie. Nederland heeft enige belangstelling getoond om het centrum te huisvesten, aldus Brinkhorst.