2min

Tags in dit artikel

, , , ,

Een onderzoek van Gartner laat een duidelijk verschil zien in de uitgaven aan cloudservices in verschillende landen. De VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Brazilië vormen de top 5 die het meest uitgeeft aan clouddiensten als percentage van de totale IT-uitgaven.

Volgens Gartner kan de adoptie van clouddiensten dienen als indicatie voor welke landen voorop zullen lopen bij de adoptie van IT-ontwikkelingen. Onder andere voor het inzetten van het Internet of Things geven de percentages uit het onderzoek een basis om te zien welke landen de ‘early adopters’ kunnen worden, zegt Gartner in het rapport.

Tot en met 2022 zal de groei van clouddiensten groter zijn dan de groei van traditionele IT-oplossingen, meldt Gartner. Dit maakt cloud computing een van de meest invloedrijke veranderingen op de IT-markt sinds de vroege dagen van de digitalisering. Vooral infrastructure as a service (IaaS) zal ontzettend groeien in de komende jaren. De uitgaven aan datacenters zullen juist iets afnemen. Cloud shift, zoals de groei van de cloud door Gartner wordt genoemd, betekent dan ook niet alleen maar meer gebruik van clouddiensten. Het betekent ook een neiging naar de nieuwste en meest cutting-edge technologieën.

Nederland op plek 4

Nederland neemt de vierde plaats in op bovenstaande lijst van Gartner. Ons land is dus wat betreft het gebruik van clouddiensten één van de koplopers. Uitgaande van het onderzoek van Gartner betekent dit een goede uitgangspositie voor de adoptie van nieuwe technologieën in de toekomst.

“Cloud shift gaat niet alleen maar over cloud. Als organisaties nieuwe IT-architecturen en bedrijfsfilosofieën nastreven, leggen ze een basis voor nieuwe kansen in het digitale bedrijfsleven, waaronder de volgende generatie IT-oplossingen zoals het Internet of Things,” zegt Ed Anderson, Distinguished Vice President Analyst bij Gartner. “Organisaties die dynamische, op cloud gebaseerde bedrijfsmodellen omarmen, positioneren zich ideaal voor kostenoptimalisatie en een betere concurrentiepositie.”