2min

Intel heeft een nieuwe familie aan desktop-processors onthuld, die zich specifiek richten op gebruikers met hardware-intensieve applicaties. Het gaat bijvoorbeeld om data scientists, IT-architecten en ontwikkelaars. 

De nieuwe familie draagt de naam W-2200. In de serie zitten acht 14-nanometer CPU’s die een prijs tussen de 294 en 1.333 dollar krijgen, schrijft Silicon Angle

Daarmee zijn de kosten voor CPU’s met 40 tot 50 procent gedaald ten opzichte van hun voorgangers van vorig jaar, de W-2100-familie. De prestaties zijn met 10 procent gestegen. 

Concurrentie van AMD

De daling in prijs is waarschijnlijk een reactie op de druk die Intel ervaart door Advanced Micro Systems (AMD). AMD neemt steeds meer leiderschap in de markt over met zijn Threadripper-processors, waarvan een aantal betere prestaties hebben dan die van Intel. 

Onlangs kondigde Microsoft aan dat de chips van AMD gebruikt worden in de nieuwe Surface Laptop 3. Microsoft koos daar naar eigen zeggen door vanwege de betere grafische prestaties van Ryzen, om zo meer flexibiliteit te bieden bij diverse configuraties. 

Intel hoopt waarschijnlijk dat de W-2200-serie een weg terug naar de top van de desktop-markt is.

Achttien kernen

De W-2200-serie heeft een vlaggenschip in de vorm van de W-2295, die 1.333 dollar kost. Deze chip heeft achttien processing cores die 36 threads kunnen draaien met een snelheid van maximaal 3,8 GHz. Single-core-prestaties komen uit op een maximum van 4,8 GHz. De basis kloksnelheid is 3,0 GHz. 

De W-2295 en de zeven andere chips bevatten ook de Deep Learning Boost instructiekit van Intel. Daarmee worden kunstmatige intelligentie (AI) modellen 2,2 keer sneller gedraaid dan op de CPU’s van vorig jaar. Dit moet ook vertaald worden in een snelheidsboost voor gebruikers wiens werk-applicaties machine learning gebruiken. 

De W-2200-familie zal vanaf november beschikbaar zijn.