3min

Tags in dit artikel

, ,

Microsoft zaaide afgelopen week verwarring door ogenschijnlijk het einde van Azure IoT Central aan te kondigen. Het bericht, verstuurd als systeembericht in de Azure-console, blijkt echter onjuist. Microsoft benadrukt juist dat het IoT als cruciaal ziet binnen het eigen portfolio.

Het systeembericht in kwestie stelde dat de ondersteuning voor Azure IoT Central per 31 maart 2027 zou stoppen. Deze aankondiging kwam plotseling en werd op vrij onorthodoxe wijze bekendgemaakt; immers zou een Microsoft-blog of een andere officiële webpagina doorgaans soortgelijk nieuws presenteren.

Azure IoT Central wordt gebruikt om IoT-projecten te monitoren. Het vormt samen met diensten als Azure IoT Operations en Azure IoT Hub het aanbod van Microsoft dat IoT verbindt met de eigen clouddiensten. Lokaal draait veelal Windows for IoT, dat LTS biedt maar wel geld kost in tegenstelling tot Linux-alternatieven.

Het bericht, dat aanvankelijk door The Register werd opgepikt, dwong Microsoft om te reageren. Op 16 februari ontkende het bedrijf stellig dat er een einde aan Azure IoT Central zou komen. Het bericht in kwestie was onjuist en laat weten dat een officiële aankondiging niet aanstaande is. Integendeel: “We zien onze IoT-productportfolio als een sleutelonderdeel van de adaptive cloud-aanpak,” aldus een woordvoerder van Microsoft.

Afhankelijkheid van grote partijen gevaarlijk

Ondanks deze geruststelling zijn niet alle klanten overtuigd. De gebruiker die de foutmelding aanvankelijk aankaartte, stelt dat hun eigen organisatie aanzienlijk minder vertrouwen heeft in het IoT-platform. “Om eerlijk te zijn lijkt de foutmelding erg specifiek en het lijkt niet perongeluk te zijn.”

Een soortgelijke terugtrekkende beweging uit IoT-cloud is al vaker voorgekomen. IBM kondigde in 2018 aan dat het eigen Watson IoT Platform zou stoppen, waarna het per 1 december 2023 volledig werd afgesloten. In 2022 volgde Google Cloud, dat de IoT Core-service beëindigde.

Google zei destijds te hebben ontdekt dat klanten beter gediend werden door gespecialiseerde IoT-partijen. Het roept de vraag op of ook AWS met IoT Core (en Microsoft op den duur eveneens) zal stoppen.

Klein maar stabiel

Aangezien IoT-applicaties doorgaans van langere levenscycli uitgaan, was de vermeende stop van de dienst een goede beweegreden om het belang van betrouwbare partners te benadrukken. Zo stelde CEO Pieter-Paulus Vertongen van het Belgische Aaltra dat deze ontwikkeling het nut aanstipt van een gestandaardiseerde IoT-architectuur. Dat betekent doorgaans een afhankelijkheid van Linux en verschillende interoperabele leveranciers van sensoren en andere IoT-apparatuur. IT-adviseur Massimo Pezzini beweert dat het aantal klanten die van Azure IoT Central afhankelijk zijn, vermoedelijk klein is. Ook hij constateert dat kleine IoT-specialisten betrouwbaarder lijken te zijn dan een “mega-vendor”.

Dat wordt steeds belangrijker nu IoT-data met behulp van AI beter benut kan worden. Metingen vanuit IoT-sensoren kunnen voor aanzienlijke efficiëntieverbeteringen zorgen, maar de vraag is hoe dergelijke data bewaard moet worden. Alles naar de cloud sturen wordt snel prijzig, waardoor verschillende vendoren pleiten voor een tussenstap. Zo onthulde AMD nieuwe Ryzen Embedded-chips die inspelen op “industriële mega-trends” zoals automation en AI. Deze hardware kan data lokaal verwerken en geschikt maken voor transfers naar de cloud of elders on-prem, zodat gegevens compacter maar beter inzetbaar worden voor optimalisatie en andere doeleinden. Ook daarbij benadrukt AMD de lange levenscyclus die bij OT en IoT hoort, want de nieuwste chips zullen zeven jaar lang in productie blijven.

Lees ook: AMD speelt in op ‘industriële mega-trends’ met krachtige embedded-chips