2min

Er moeten sneller verbeteringen behaald worden als het aankomt op de digitale weerbaarheid van Nederland. Er worden zichtbaar stappen genomen door de overheid, het bedrijfsleven en de burgers om de digitale weerbaarheid te vergroten, maar de ontwikkelingen moeten sneller om de groei van de dreigingen bij te kunnen benen.

Dat blijkt uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2017 (CSBN 2017). Volgens demissionair staatssecretaris Klaas Dijkhoff moeten we grotere investeringen gedaan worden in de Nederlandse kennis en kunde op het gebied van cybersecurity. Er moet meer samenwerking komen “om de snel digitaliserende wereld veilig te houden. Bedrijven door bijvoorbeeld geld te reserveren om hun netwerk veilig te houden, gewone Nederlanders door digitaal veilige spullen te kopen.”

In het rapport wordt geschreven dat er een aantal dreigingen zijn die nog altijd aandacht behoeven. Op de eerste plaats is dat cybercriminaliteit, omdat de impact van cyberaanvallen erg groot kan zijn. In het CSBN 2017 rapport wordt ook de dreiging van andere overheden benadrukt; meer dan honderd landen spioneren bijvoorbeeld wereldwijd met digitale middelen en gebruiken digitale aanvallen ook om democratische processen te beïnvloeden. Een recent voorbeeld is de Russische bemoeienis met de Amerikaanse presidentsverkiezingen en naar het schijnt ook met de Franse verkiezingen.

Afgezien daarvan blijft de groeiende adoptie van Internet of Things-apparaten risicovol. De apparaten krijgen zelden veiligheidsupdates en zijn daardoor lang niet altijd up-to-date. Het gevolg daarvan is dat ze vaak erg kwetsbaar zijn en dat is potentieel gevaarlijk. De overheid schrijft ook dat de groeiende afhankelijkheid van buitenlandse aanbieders van diensten geen goede ontwikkeling is: het zorgt voor afhankelijkheid en een grotere impact als ze geraakt worden.

Dijkhoff stelt dat de bevindingen die in het CSBN 2017 gepresenteerd worden, laten zien dat blijvend investeringen nodig zijn.  “De afgelopen jaren is er structureel meer geld vrijgemaakt in de begroting van Veiligheid en Justitie om de Nederlandse cybersecurity te versterken. Daarbij zijn bijvoorbeeld de publiek-private samenwerking versterkt en de aanpak van cybercrime en detectie van digitale dreigingen geïntensiveerd. Gezien het zorgelijke beeld van 2017 blijven deze acties en investeringen broodnodig.”