3min

Tags in dit artikel

, , ,

Volgens Apple weigerde Qualcomm zijn 4G LTE-modems aan Apple te verkopen, waardoor de telefoonfabrikant gedwongen werd om exclusief tragere exemplaren van Intel in zijn toestellen te stoppen.

De juridische strijd tussen Apple en Qualcomm is plots een stuk interessanter geworden. De twee regreuzen liggen al sinds 2017 in de clinch omwille van wat Apple oneerlijke licentiepraktijken noemt. Qualcomm beticht Team Cupertino er dan weer van om patenten te hebben geschonden, en vertrouwelijke Qualcomm-data aan Intel door te geven.

Geen deal met Apple

Gisteren mocht de COO van Apple getuigen voor de federale handelscommissie in de VS. Jeff Williams liet daar weten dat Apple aanvankelijk van plan was om de nieuwste 4G LTE-modems van Qualcomm in zijn recentste iPhones te integreren. Qualcomm zou echter geweigerd hebben om de hardware aan Apple te verkopen, waardoor de telefoonbouwer zijn toevlucht moest zoeken tot de minder performante chips van Intel.

De weigering om modems aan Apple te verkopen voor gebruik in de iPhone XS, XS Max en XR, kwam er na aanvang van de juridische strubbelingen tussen beide partijen. Aanvankelijk was de perceptie dat Apple Qualcomm een hak wilde zetten door exclusief voor Intel te kiezen, maar dat is volgens Williams dus niet waar.

Dure modems

In de getuigenis verklapt Williams meteen wat Apple betaalde voor Qualcomm-modems. Per telefoon investeerde het bedrijf 7,5 dollar. Apple zelf zag 1,5 dollar als een eerlijkere prijs. Verder blijkt nog dat Apple Qualcomm om een incentive van één miljard dollar had gevraagd voor een overstap van Infineon-modems naar exemplaren van Qualcomm in 2010. Die incentive moest de ‘technische kosten’ voor de overstap naar nieuwe modems dekken.

Qualcomm wilde zich daarvoor destijds garanties over een afname in volume, en zag zich liefst als exclusieve toeleverancier. Dat strookte dan weer niet met de visie van Apple, dat bij voorkeur in zee gaat met minstens twee toeleveranciers voor de onderdelen van zijn iPhones.

Doorgaans nam Apple modems af van Intel en Qualcomm, waardoor het de snelheid van de Qualcomm-modems kunstmatig moest terugschroeven. Het prestatieverschil met de exemplaren van Intel was te groot, en zonder de ingreep zouden sommige iPhones beter presteren dan andere in theorie identieke exemplaren.

5G-probleem

Het geruzie illustreert hoe beide technologiereuzen probeerden om hun gewicht in de schaal te werpen om zoveel mogelijk uit de brand te slepen. Dat die relatie in een juridische strijd eindigt, kan echter verstrekkende gevolgen hebben. Door de verzuurde relatie tussen de twee moet Apple voor  zijn iPhones wachten op 5G-modems van Intel. Die staan pas tegen 2020 op het programma, terwijl Qualcomm vandaag al exemplaren heeft ontwikkeld.

In de eerste dagen van het gevecht voor de rechtbanken scoorde Qualcomm een aantal overwinningen. Zo slaagde het er voor een Duitse rechtbank in om de verkoop van enkele oude iPhone-modellen te verbieden. Momenteel is ligt de chipdesigner echter onder vuur voor monopolistische praktijken. Als één ding blijkt uit bovenstaand relaas, dan is het wel dat Qualcomm met zijn modem-aanbod onomkeerbaar is, en dat het die positie zonder schroom in de strijd durft werpen. Dat op zich is natuurlijk een op z’n minst een indicatie van een ongezonde monopoliepositie.

Gerelateerd: Apple wint eerste patentenrechtzaak tegen Qualcomm