2min

Tags in dit artikel

Benchmark resultaten

De geïntegreerde geheugencontroller van de Athlon64 maakt dat aan moederborden op prestaties met elkaar vergelijken geen eer te behalen is. Een test als pifast heeft niets meer te maken met het moederbord, alleen met de cpu en het geheugen. Idem voor PCmark en read/write geheugenbenchmarks. Om toch een indicatie te geven, hier de PCmark scores van de AX8 tegen een DFI NF4:



De scores verschillen toch marginaal, maar ze strookten niet met de verwachtingen die we op basis van andere reviews hadden. De AX8 was eigenlijk te goed in vergelijking met de DFI Lanparty. Enig onderzoek maakte duidelijk hoe dat zat. De Clockspeed Tool van Ome Tom liet zien dat het moederbord op een zeer constante 2040 MHz draaide. Het merkwaardige was dat dit niet het geval was wanneer in BIOS een 200MHz FSB werd ingesteld. Wanneer we kozen voor de optie ‘Auto’ maakt de plank van de in grijs genoteerde ‘200’ doodleuk ‘204’, met inderdaad 2040 MHz tot gevolg. Het is geen probleem, want alle hardware kan het aan, maar het is niet erg netjes. De plank komt hierdoor eigenlijk net wat beter uit geheugen en cpu-tests dan hij eigenlijk is. Meerdere fabriekanten halen dergelijke trucjes uit maar hebben deze vorm van in wezen consumentenbedrog al meermaals succesvol verdedigd onder het mom van ‘de best mogelijke prestaties bieden aan de consument’.

Het zou uiteraard nog mogelijk zijn om de wel variabele onderdelen tussen beide moederborden te testen, ik noem de IDE, USB en Ethernetcontroller. Maar die laatste twee hebben zelden tot nooit een directe impact op de performance van de pc en iedereen die ooit HD’s gebenchmarkt heeft weet dat die dingen zich dusdanig wispelturig gedragen dat er eigenlijk weinig bruikbare info uit te extraheren valt.