4min

IBM speelt achter de schermen en in de spotlights een grote rol als het gaat om het Internet of Things (IoT). Het bedrijf richt zich met name op de industriële kant van IoT en wil daar uiteraard ook Watson voor inzetten. Wij spraken recent met Ronald Teijken, Business Development Executive bij IBM, over hoe het bedrijf deze markt ziet.

Allereerst moeten we volgens Teijken niet vergeten dat IoT wellicht heel erg hip en nieuw klinkt, maar eigenlijk al heel oud is. Toen hij zijn eerste stappen op de arbeidsmarkt zette (zo’n 30 jaar geleden), was men er al mee bezig. Op dit moment neemt het echter een enorme vlucht. Daarvoor zijn allerlei goede redenen aan te voeren overigens. De cloud maakt het uitrollen van een IoT goedkoper, de sensoren kosten bijna niets meer en het hele proces wordt goedkoper. Daarnaast is er tegenwoordig ook de rekenkracht voorhanden om alles goed te kunnen analyseren.

Vooraf in plaats van achteraf analyseren

Een trend die op dit moment goed zichtbaar is als het gaat om IoT, is dat juist het predictive aspect van IoT steeds belangrijker wordt. Met de data die door sensoren wordt gegenereerd kun je namelijk niet alleen achteraf uitkomsten analyseren, maar juist ook vooraf. Dat maakt zoiets als PLM (Product Life-cycle Management) een stuk relevanter en een wezenlijk onderdeel van de complete supply chain. Recent kregen we bij PTC ook al een soortgelijk verhaal te horen.

Tijdens ons bezoek aan PTC LiveWorx ’17 in Boston ging het ook veelvuldig over Industry 4.0. Dit is een term die is bedacht in Duitsland/Europa en nu al enkele jaren een buzzword, met name in de industriële IoT. De term staat voor een nieuwe benadering van industriële processen in de breedste zin van het woord. IoT maakt hier onderdeel van uit. In dat opzicht is Industry 4.0 ook een stuk belangrijker als concept dan IoT op zichzelf, aldus Teijken. Het omvat naast IoT bijvoorbeeld ook zaken zoals Artificial Intelligence (iets wat IBM tegenwoordig graag Augmented Intelligence noemt overigens) en Internet-of-Services. Dat laatste houdt in dat er niet alleen data wordt gegenereerd door het IoT, maar dat er ook daadwerkelijk diensten uit komen rollen die bruikbaar zijn.

Internet-of-Services brengt Teijken dan op het volgens hem volgende belangrijke punt. Dat is dat asset management de kern is van een een succesvol IoT-platform. Alle sensoren en de data die deze produceren moeten op een goede manier beheerd worden. Anders heb je weliswaar veel data, maar kun en/of doe je er niets mee omdat er geen goede diensten mee kunnen worden opgezet.

Te veel IoT-platformen

Op dit moment is het IoT-landschap niet bepaald overzichtelijk te noemen wat ons betreft. We vragen aan Teijken hoe hij daar tegenaan kijkt. Hij is het hier roerend mee eens. Er zijn volgens hem te veel IoT-platformen. Dit komt met name doordat er veel wat hij noemt point-oplossingen zijn, platformen die een enkel kunstje kunnen. Veel van wat binnenshuis voor IoT versleten wordt, past in deze categorie. Dit is veelal Spielerei volgens Teijken. De consolidatie in deze markt zal vanuit de industriële toepassingen van IoT plaats gaan vinden. Daar is het nu in een stroomversnelling geraakt en gaan de ontwikkelingen erg snel.

Ongestructureerde data is de uitdaging

Een van de grootste uitdagingen van het IoT is om er zinnige diensten uit te kunnen halen. Om dit te kunnen doen, moet een platform iets kunnen aanvangen met ongestructureerde data. IBM heeft Volgens Teijken met Watson een omgeving die hiermee aan de slag kan. Je kunt bij ongestructureerde data bijvoorbeeld denken aan camerabeelden. Daar komen er alleen maar meer van. Als voorbeeld geeft hij een drone die zelfstandig naar de top van een elektriciteitsmast vliegt en op basis van de beelden die hij daar maakt kan bepalen of onderhoud nodig is.

We gaan nog even door op het onderwerp van ongestructureerde data en vragen naar een voorbeeld van een industriële toepassing van IoT waar IBM op dit moment bij betrokken is. Teijken laat weten dat IBM onder andere betrokken is bij het Smart Industry-project van de overheid, waarbij in zogeheten Field Labs wordt geprobeerd om processen slimmer te maken.

Een voorbeeld van zo’n Field Lab is RAMLAB in Rotterdam, waar on-demand metale onderdelen kunnen worden geprint middels een 3D-printing proces. Je kunt hierbij denken aan schroeven voor schepen. Als er een nieuwe schroef nodig is, dan kan deze laagje per laagje gebouwd worden in 200 uur, in plaats van dat er veel langer op een vervangend onderdeel gewacht moet worden. IBM koppelt de lasrobot aan haar IoT-platform, dus je kunt realtime zien of alles goed gaat. Op dit moment gaat het niet verder dan dat. In de toekomst wil men ook machine learning toevoegen aan het platform, dus inclusief een feedbackloop naar de machine. Dan kan het geheel volledig autonoom functioneren.

‘Watson is hip en cool’

Tot slot vragen we wat Teijken ziet gebeuren in de markt als het gaat om Watson als platform. IBM is met Watson volgens hem overduidelijk de goede weg ingeslagen. Het platform is in zijn eigen woorden ‘hip en cool’. Er gaan dan ook veel start-ups mee aan de slag. Dat belooft dus het nodige voor de toekomst. Een extra voordeel volgens hem is dat IBM de taal van de developers spreekt.

Met Watson heeft IBM wat ons betreft een dienst in handen waarmee het kan gaan proberen om de omzetdaling van het bedrijf die al 21 kwartalen op rij aanhoudt, te proberen te stoppen. Het doel van het bedrijf is voor zover wij het hebben begrepen om niet meer primair als IT-bedrijf te boek te staan, ook al doet de recente aankondiging van een nieuw mainframe wellicht anders vermoeden. Daarin zou Watson (samen met de cloud-diensten van IBM in het algemeen) weleens een cruciale rol kunnen gaan spelen. We zullen de ontwikkelingen zeker in de gaten houden.