2min

Tags in dit artikel

,

Met de opening van schoolforge wat een bundeling is van de opensource-educatieve websites SeulEdu, OpensourceSchools, K12-OS en OSEF moet de opensource ook in het bereik liggen van de educatieve diensten als scholen. Microsoft en Apple zijn nu eigenlijk de enigsten die leveren aan scholen maar nu wil opensource ook in dit rijtje thuis horen.

Is Linux eigenlijk wel geschikt voor kinderen. Een droevige nee moet het helaas het antwoord verklappen. Op educatieve basis heeft het opensource Linux misschien wel een toekomst, andere opensource varianten hebben dit bijna niet. Sites zijn vrij goed toegankelijk door de Linuxbrowsers als Netscape, Mozilla, Opera, Konqueror, Galeon etc. Ook de officetaken zijn vrij goed te doen door Suns Staroffice’s dochtertje Openoffice.org maar ook de Koffice. De klap komt dan ook ook van de kant van Microsoft die hun source angstvallig geheim houd. Door de monopolie is iedereen bijna verplicht Microsoftprogramma’s te gebruiken op het gebied van educatie voor de optimale functionaliteit. Zo zijn MicrosoftExtensies wel steeds beter te lezen, optimaal is het nog niet.

Ook op het gebied van spelletjes moet Linux het onderspit delven. Dankzij Wine kan op Linux Windowsspelletjes worden gespeeld alleen is het niet echt auto-load waardoor het gewoon te moeilijk word voor de kinderen. Er zijn wel genoeg educatieve programma’s op Linux te vinden die gebruik maken van OpenGL. Deze programma’s leren de kinderen typen, maar ook met een muis leren werken. Kortom, programma’s die absoluut nuttig zijn voor de kinderen. Maar veel programma’s zijn nog gewoon te moeilijk.

Voor kinderen is dualboot misschien nog het beste. Dit houd in dat zowel Linux als Windows op de computer staat. Kinderen kunnen dan tijd vrij maken om met Linux leren te werken en toch hun bezigheden doen op de makkelijk Windows (of Mac). Een toekomst met Linux is zeker in zicht maar de tijd is nog niet rijp. Linux heeft vanaf 1991 toch absoluut zijn horizon verbreedt, zo was het aan zijn begin alleen voor hobbyisten, maar steeds meer werd het toegankelijker voor de mainstream publiek. Op dit moment is het al goed toegankelijk voor jongeren en volwassenen. Kinderen zijn de laatste groep, de vraag is dus niet ‘of’ maar ‘wanneer.’