3min

Tags in dit artikel

, , , ,

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) brengt elk jaar het Jaarboek ICT en samenleving uit, zo ook dit jaar. Deze keer is de subtitel van het boek ‘De Digitale Generatie.

Jongeren doen zich anders voor dan ze zijn
Uit het onderzoek van het SCP komt onder andere naar voren dat jongeren zich op het internet anders voor doen dan dat ze in werkelijkheid zijn. Van de ondervraagden met een leeftijd van negen tot twaalf jaar geeft bijna driekwart aan dat ze zich wel eens anders voer doen. Bij dertien- tot veertienjarigen ligt dit percentage op 53 procent en bij vijftien- tot achtienjarigen op 28 procent.

Sommige jongeren kiezen voor een extreme vorm van identiteitswisseling. Zo kiest 10 procent van de ondervraagden voor een ander geslacht en doet vijf procent zich voor als een persoon uit hun omgeving. De meeste jongeren kiezen echter voor een lichtere vorm van experimenteren, namelijk door zichzelf mooier of stoerder voor te doen dan ze daadwerkelijk zijn.
Het grootste deel van de jongeren geeft aan dat deze acties positieve gevolgen hebben, zoals vriendschap, verkering of meer zelfvertrouwen. Bij sommige jongeren gaat het echter mis, die worden ongelukkiger of worden gepest.

On-line gedrag van allochtone jongeren
De meeste allochtone jongeren hebben net als de autochtone jongeren thuis de toegang tot het internet. Marokkaanse jongeren hebben procentueel het minst toegang tot internet, 64 procent van hen kan thuis on-line gaan. De meeste Marokkanen compenseren dit tekort echter door te internetten op school, op het werk of in een internetcafé.

Bij Turkse jongeren ligt het percentage thuisaansluitingen op 68 procent, terwijl Surinaamse en Antilliaanse jongeren in 80 procent van de gevallen internet thuis hebben. Autochtone jongeren hebben overigens in 91 procent van de gevallen thuis een internetaansluiting.
Overigens communiceren allochtonen op het internet zowel met autochtonen als met andere allochtonen. Minder dan 10 procent communiceert vooral in eigen taal en ongeveer 5 procent bezoekt voornamelijk sites van de eigen cultuur.

Internetverslaving
Het SCP concludeert verder uit het onderzoek dat tien procent van alle jongeren last heeft van ‘internetverslaving’. Volgens het SCP is een kind verslaafd aan het internet als het meer dan 16 uur per week internetten en het gevoel hebben dat ze er niet mee kunnen stoppen. De oplossing hiervoor is in de meeste gevallen vrij simpel. Zet de computer in het zicht van de ouders of plaats een wekker die de maximale on-line tijd aangeeft.

MSN en gamen populair
De meeste tijd die jongeren op het internet doorbrengen besteden ze aan het chatten. Meestgebruikte applicatie hierbij is MSN, maar dat mag geen verrassing meer heten. Het chatten gebeurt gemiddeld vier keer per week, zo vaak zien ze elkaar ook in real-life.
In de overige tijd blijkt er verder veel aan gamen gedaan te worden. Volgens het SCP is er een complete game-cultuur ontstaan waarbij spelers hechte banden aangaan en elkaar wegwijs maken in een spel.

Jongeren vaak niet op de hoogte van voorwaarden
Alhoewel jongeren dus behoorlijk wat tijd besteden op het internet, zijn ze vaak niet op de hoogte van de voorwaarden van internetsites. Populaire profiel- en vriendennetwerksites hebben in hun voorwaarden opgenomen dat ze de content op de site tot hun eigendom kunnen maken. Dat betekent dat jongeren geen aanspraak kunnen maken op een vergoeding als de site hun foto’s of filmpjes gebruiken voor commerciële doeleinden.

Jongeren weten meer dan leraren
Toch is het niet zo dat leerlingen niet veel weten van het internet. Sterker nog, ze weten vaak meer dan hun leraren. Dankzij het gebruik van ICT middelen kunnen jongeren meer en sneller leren, hebben ze meer plezier in het leren en voelen ze zich succesvoller.

Op technisch vlak is de kennisvoorsprong van leerlingen inmiddels zo groot, dat leraren deze achterstand nooit meer in kunnen lopen. Wat leraren nog wel kunnen doen is jongeren onderwijzen op het sociale vlak, bijvoorbeeld door ze te vertellen hoe ze on-line met elkaar om moeten gaan, of hoe ze de waarheid van informatie op het internet kunnen bepalen.