2min

Tags in dit artikel

, ,

Er is nog altijd veel onenigheid bij de Tweede Kamer, de vertegenwoordiging van het volk, over de bewaartermijn van emails, smsjes en telefoongesprekken. Gisteren vond er een debat plaats in de Tweede Kamer, maar minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin wist geen meerderheid achter zich te krijgen om de termijn definitief vast te stellen op achttien maanden.

Ook een voorstel van de ChristenUnie om de termijn vast te stellen op twaalf maanden kreeg onvoldoende steun voor een meerderheid. Eerder was er ook al geen linkse meerderheid voor de termijn van zes maanden.

Kamerlid Ed Anker van de ChristenUnie is van mening dat achttien maanden een betere keus is dan de voorgestelde zes maanden. Aankomende dinsdag volgt er een stemming over de meest geschikte bewaartermijn.

Volgens de minister is het van belang dat bij de opsporing nagegaan kan worden wie met wie gecommuniceerd heeft. Randvoorwaarde ten behoeve van de pricacy is echter dat daarbij geen inhoudelijke informatie vrijgegeven wordt. Volgens D66, GroenLinks, PvdA en de SP draagt een langere bewaartermijn niet of nauwelijks bij aan de oplossing van meer misdaden. Zij zijn daarom ook van mening dat het belang van privacy voor het belang van opsporing hoort te gelden.

De Europese richtlijn voor de bewaartermijn van dergelijke gegevens is minimaal een half jaar (zes maanden). Nederland voldoet dus sowieso aan de Europese richtlijn, maar er blijft onenigheid wat nou de beste termijn is. De linkse partijen en D66 vinden het minimum van de Europese Unie een prima termijn, maar de VVD en Hirsch Ballins eigen partij, het CDA, zijn van mening dat achttien maanden eveneens een prima termijn is.

Het bewaren van telecomgegevens kent zowel binnen als buiten de Tweede Kamer veel voor- en tegenstanders. Tegenstanders zijn vooral bang dat de privacy van mensen hierdoor ernstig wordt aangetast. Zij vrezen dat de overheid hierdoor te pas en te onpas dergelijke gegevens gaat opvragen, zelfs als iemand geen verdachte is.

Voorstanders willen echter graag een stukje van hun privacy inleveren als dat de opsporing van criminelen kan bevorderen teneinde de politie daarmee beter zaken kan oplossen. Eerder liet internetprovider XS4ALL al in een brief aan de Tweede Kamer weten dat zij het oneens is met het wetsvoorstel van anderhalf jaar in plaats van de richtlijn van zes tot vierentwintig maanden.

Volgens de provider is dit drie keer zo lang dan strikt noodzakelijk is. Ook geeft de provider aan dit in onze buurlanden de overheid de kosten van de bewaarplicht op zich neemt. XS4ALL vreest zelf voor deze kosten te moeten opdraaien en noemt dit dan ook oneerlijke concurrentie.