3min

Tags in dit artikel

, ,

Meer dan de helft van de grote enterprises (58%) rolt dagelijks nieuwe software uit. 26 procent doet dat zelfs elk uur. Tegelijk geeft maar één op drie (32%) aan dat het Continuous Testing volledig heeft omarmd. Bedrijven hebben nog werk aan de winkel om hun testprocessen te stroomlijnen met een agile ontwikkelecosysteem.

Dat blijkt uit het ‘Continuous Testing Report 2019’ van Capgemini en dochteronderneming Sogeti. Daarvoor werden wereldwijd 500 interviews uitgevoerd met senior IT-verantwoordelijken in grote en middelgrote ondernemingen (meer dan 1.000 werknemers) uit verschillende sectoren.

Volgens het rapport wint Continuous Testing aan terrein in grote bedrijven, maar blijft kwaliteitscontrole de bottleneck voor een optimale toepassing van DevOps en CI/CD (Continuous Integragion/Continuous Delivery). Maar liefst 60 procent van de bevraagde ondernemingen wordt naar eigen zeggen geconfronteerd met leemtes in de dekking van softwaretestcases. Meer automatisering en een andere teamstructuur, kunnen hier volgens het rapport een antwoord op bieden.

Automatisering

Automatisering wordt slechts gebruikt om 24 procent van de testcases en 24 procent van de end-to-end bedrijfsscenario’s uit te voeren, alsook 25 procent van de vereiste testgegevens te genereren. “Meer gebruik van automatisering zou de snelheid van testactiviteiten in agile teams aanzienlijk kunnen verbeteren”, klinkt het in het rapport. Iets meer dan een derde van de bevraagden (36%) zegt dat meer dan de helft van de testtijd wordt gespendeerd aan het zoeken, beheren, onderhouden en genereren van testdata.

Het rapport haalt het voorbeeld van een Australische bank aan, met ruim 5.000 builds van meer dan honderd applicaties. Door gebruik te maken van een enkel platform voor geautomatiseerde build en deployment, geïntegreerd met test- en automatiseringstools, kon het de bouwcyclustijd met 40 procent verminderen, de time-to-market verbeteren en de uptime aanzienlijk verhogen.

Slimme orchestratie

De zelfbekrachtiging van autonome teams heeft in veel bedrijven geleid tot een ongecontroleerd landschap met een brede diversiteit aan benaderingen voor het automatiseren van Quality Assurance (QA) en testprocessen. Bedrijven kunnen de controle terugwinnen door duidelijke QA-richtlijnen te kiezen voor slimmere technologieën, zoals artificiële intelligentie, voor de orchestratie van tests. Met de toevoeging van machine learning kunnen systemen automatisch de tests bepalen die vereist zijn op een bepaald punt in de productiecyclus.

“De komende twee tot drie jaar worden een kritieke periode voor Continuous Testing”, zegt Mark Buenen, Global Leader Digital Assurance and Testing bij Capgemini”. “Organisaties moeten het dilemma oplossen van de overgang naar zelfbrekrachtigde autonome teams, waar kwaliteit de verantwoordelijkheid van iedereen is, terwijl de centrale kwaliteitsondersteuning en -toezicht moeten worden verbeterd om een agile ontwikkelomgeving tot stand te brengen, die echt waarde kan leveren in een steeds complexer IT-landschap.”

Interdisciplinaire teams

Het rapport beschrijft ten slotte hoe de rol van zowel ontwikkelaars als testers in de laatste drie tot vijf jaar drastisch is veranderd. Ontwikkelaars staan vandaag veel dichter bij de klant en de business, terwijl testers uit hun silo’s zijn getrokken om in nauwer samen te werken met ontwikkel- en businessteams.

Die interdisciplinaire teams zorgen voor hun eigen uitdagingen. Het vereist dat elk teamlid een holistisch begrip heft van het volledige productieproces. Bedrijven moeten de vereiste adresseren om nieuwe vaardigheden aan te leren en kiezen voor een geïntegreerde aanpak, om het volledig potentieel van Continuous Testing te realiseren.

“Het is moeilijk om volledig te profiteren van de voordelen van Agile en DevOps zonder continue testautomatisering, waardoor organisaties gebruik kunnen maken van gegevens en intelligentie om het creëren van hoogwaardige software te versnellen naar het tempo van digitale bedrijfsvoering”, besluit Ashok Reddy, algemeen directeur Enterprise Software Division bij Broadcom, dat eveneens heeft bijgedragen aan het rapport.