1 min

De directeur van de Amerikaanse FBI, James Corney, verwacht dat er de komende jaren nog veel meer rechtszaken en juridische procedures gaan volgen waarin een opsporingsdienst eist van een bedrijf dat het helpt aan het hacken of ontgrendelen van een apparaat.

De rechtszaak tussen de Apple en de FBI liep eerder dit jaar heel hoog op, nadat Apple was veroordeeld door de rechter om de FBI te assisteren bij het hacken van een iPhone 5C van een terrorist. Apple weigerde eraan mee te werken om de beveiligingen waar het zo hard aan had gewerkt weer af te breken. Uiteindelijk kwam zelfs het Amerikaanse Congres eraan te pas, maar de zaak liep met een sisser af toen de FBI besloot een hack te kopen van een extern bedrijf waarmee de iPhone 5C was te kraken.

De FBI beschikt nu over de mogelijkheid om een iPhone 5C te hacken, maar nieuwere smartphones zijn naar verluidt nog steeds een brug te ver, dus het lijkt een kwestie van tijd tot de opsporingsdiensten een nieuwere smartphone hebben waar ze ook geen toegang toe hebben. De betreffende fabrikant kan dan ook een rechtszaak verwachten als we Corney mogen geloven.

Toegang tot apparaten wordt daarnaast ook steeds belangrijker, voorheen kozen de opsporingsdiensten er vaak voor om gewoon de communicatie af te tappen, maar dat is tegenwoordig door alle strenge encryptie niet meer mogelijk, zelfs WhatsApp heeft tegenwoordig end-to-end-encryptie ingevoerd.

Waarschijnlijk zien we dit jaar nog een volgende rechtszaak tegemoet tussen een IT-gigant en een opsporingsdienst.