1 min

De Verenigde Naties heeft een niet-bindende resolutie aangenomen waarin het verstoren van de internettoegang van mensen veroordeeld wordt als een schending van de mensenrechten. De resolutie bouwt voort op eerdere statements van de VN over digitale rechten en op de overtuiging dat "de rechten die mensen offline hebben ook online beschermd moeten worden".

De resolutie werd door meer dan zeventig landen ondersteund en daarmee aangenomen. Landen als Nederland, België, de Verenigde Staten, Turkije, Nigeria en Zweden waren verantwoordelijk voor het aannemen van de resolutie. Tegelijk waren er naties als Rusland, China, Zuid-Afrika, India en Saoedi-Arabië die lieten weten het er niet mee eens te zijn.

Die landen namen vooral aanstoot aan de passage die "ondubbelzinnig alle maatregelen die bewust de toegang tot online informatie voorkomen of verstoren" afkeurt. Omdat de resolutie niet bindend is, hoeven regeringen er niets mee te doen. De resolutie kan wel gebruikt worden om politieke druk te zetten.

Daarnaast laat het zien hoe de overgrote meerderheid van de VN-lidstaten denkt over internettoegang. Het past vooral ook binnen een trend binnen de Verenigde Naties, die internettoegang als een onvervreemdbaar mensenrecht beschouwen.