2min

Het open-source besturingssysteem GNU, dat ooit de basis vormde voor Linux, bestaat 40 jaar. De ‘copy left’-licentie voor het OS, de GNU General Public License (GPL), is één van de populairste open-sourcelicenties geworden.

In 1983 ontwikkelde Richard Stallman het besturingssysteem GNU. Dit open-source besturingssysteem is de afgelopen decennia één van de meest gebruikte open besturingssystemen ter wereld geworden. Inmiddels ondersteunt het duizenden servers, desktops en embedded computing devices in de wereld en vormt zo een belangrijke basis voor het internet.

Introductie copy-left

Eén van de meest opvalleden eigenschappen is dat GNU de eerste ‘copy-left’-licentie ter wereld introduceerde. De ontwikkelaars wilden dat het OS gebruikers alle vrijheid bood om mee te experimenteren en zelf aan te passen. Dit betekende dat hiervoor maatregelen moesten worden getroffen die voorkwamen dat het open-source besturingssysteem in proprietary software veranderde.

De ontwikkelaars introduceerden hiervoor de GNU GPL waar alle aangepaste versies van het OS aan moesten voldoen. De copy-left-licentie vereist dat alle afgeleide versies van het open-source OS dezelfde rechten als de originele GPL moesten hebben.

Zo kwam Linux in eerste instantie uit onder een GPL-licentie. Andere bekende open-sourceprojecten die onder de GPL zijn uitgebracht, zijn onder meer Ansible, Drupal, Git en WordPress.

Vrije softwareontwikkeling blijft belangrijk

Tegenwoordig wordt GNU en de GPL beheerd door de Free Software Foundation (FSF). Deze organisatie die zich inzet voor vrije softwareontwikkeling hoopt dat ontwikkelaars GNU blijven omarmen.

Vooral om ervoor te zorgen dat, nu software steeds vaker het dagelijkse leven controleert, het gebruik van GNU en de filosofie erachter helpt om de huidige status quo te behouden en dat technologie niet de controle over de mens overneemt.

Tip: Fujitsu, Intel en Qualcomm slaan handen ineen binnen Linux Foundation