2min

Tags in dit artikel

, ,

Het koppelen van gegevens in bepaalde regio’s om fraude op te sporen en makkelijker over kunnen gaan tot actie: met het Systeem Risico Indicatie hoopte de Nederlandse overheid dat te kunnen realiseren. Door critici werd echter direct aangehaald dat het de privacy van mensen niet zou beschermen. De rechtbank geeft hen nu gelijk.

Volgens de rechtbank in Den Haag zou het uitrollen van het systeem inbreuk maken op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: recht op bescherming van de privésfeer en daarmee privacy én bescherming van het gezin.

Het doel heiligt niet de middelen

SyRI zou toegang krijgen tot tal van data om deze vervolgens aan elkaar te kunnen koppelen, in een poging fraude makkelijker te kunnen opsporen. Over de effectiviteit wordt niet getwijfeld, wel over de manier waarop SyRI te werk zou gaan. Er zou volgens de rechter geen behoorlijke afweging worden gemaakt tussen inbreuk op de privacy en het nastreven van het voorkomen van fraude.

Vooral de kwestie ‘hoe analyseert het systeem de data’ is volgens de rechtbank een probleempunt, aangezien daar transparantie ontbreekt. Zo zou het mogelijk kunnen zijn dat er ‘onbedoeld discriminerende of stigmatiserende effecten optreden’: bewoners in een bepaalde regio, met een bepaald inkomen of een bepaald beroep zouden over één kam geschoren kunnen worden.

In een reactie laat de staatssecretaris van Sociale Zaken, Tamara van Ark, weten dat de uitspraak helder is. Wel meent ze dat het, ondanks het oordeel van de rechter, duidelijk is dat er wel degelijk mogelijkheden liggen om technologie te gebruiken bij het bestrijden van fraude. Ook zal er op zoek worden gegaan naar ‘een nieuw systeem waar er beter wordt gekeken naar de balans tussen het opsporen van fraude en de privacy’.