1 min

Intel zal 376 miljoen euro moeten betalen wegens antitrustpraktijen waar de chipmaker zich tot 2006 schuldig aan maakte. Dat besloot het Europese Gerechtshof vandaag.

Het Gerechtshof van de Europese Unie legt Intel een boete op van 376,36 miljoen euro. De zaak handelde over antitrustpraktijen die plaatsvonden tussen november 2002 en december 2006. In die periode betaalde de chipfabrikant HP, Acer en Lenovo om geen producten met concurrerende chips aan te bieden, of deze pas later op de markt te brengen.

Lagere boete

In 2009 werd de zaak een eerste keer afgehandeld. Vandaag volgt er een afsluiting. De chipmaker ontsnapt wel aan de oorspronkelijke boete van 1.06 miljard euro. Al blijft het eindverdict dat Intel zich schuldig maakte aan antitrustpraktijken.

Het is niet zeker dat het om een definitief einde gaat van de rechtszaak. Intel geeft daar nog geen uitsluitsel over in de reactie op de uitspraak: “We analyseren de beslissing en het bedrag van de boete om de mogelijke gronden en kansen op succes van een beroep bij de Europese rechtbanken te bepalen.”

Feiten vormen geen uitzondering

Intel is overigens niet de enige partij die concurrenten betaalt om een sterke markpositie te garanderen. Google maakt zich schuldig aan dezelfde feiten om de eigen zoekmachine standaard in producten van menig fabrikant te laten bouwen. In de Verenigde Staten loopt momenteel een rechtszaak tegen Google Search omtrent deze feiten.

Lees ook: De tijd van ongedwongen groeien, bundelen en opdringen lijkt voorbij voor Big Tech