2min

De politieke zorgen houden maar niet op voor de Russische veiligheidsfirma Kaspersky Labs. Nadat het Europees Parlement afgelopen week besloot het gebruik van software van Kaspersky te verbieden, heeft het nu besloten zijn samenwerking met Europol – ten minste tijdelijk – op te schorten.

De beslissing van het Europees Parlement om de software van Kaspersky als “kwaadwillend” te omschrijven, is volgens de ontwikkelaar “niet waar”. Het bedrijf stelt dat het de afgelopen twintig jaar nauw samengewerkt heeft met de Europese Unie en daarbij meerdere cybercriminelen wist op te pakken. “Op basis van de beslissing van het Europees Parlement, voelen we ons gedwongen onze samenwerking met organisaties, waaronder Europol en No More Ransom te bevriezen”, schrijft CEO Eugene Kaspersky op Twitter.

Uitgebreide controverse

In een uitgebreider statement laat Kaspersky weten dat volgens zijn gevoel het Europees Parlement hiermee “cybercriminaliteit verwelkomt in Europa”. Hij heeft het gevoel gedwongen te zijn tot het maken van deze beslissing, terwijl zijn bedrijf “alleen maar geprobeerd heeft de wereld te bevrijden van cybercriminaliteit”. Het stelt keer op keer geprobeerd te hebben cyberbedreigingen – ongeacht de oorsprong – te stoppen. “Dit is een tegenslag in het gevecht tegen cyberbedreigingen, maar we blijven toegewijd aan onze missie – om de wereld te redden van cybercriminaliteit.”

De firma van Kaspersky heeft echter al dik een jaar te maken met controverses. Het werd er door de Amerikaanse regering van beschuldigd achterdeurtjes in zijn software gebouwd te hebben voor Russische veiligheidsdiensten. Dat bracht de Amerikaanse regering ertoe om het gebruik van de software te verbieden. Tot frustratie van Kaspersky namen andere regeringen diezelfde stap.

Afgelopen mei kondigde het Russische bedrijf aan dat het een deel van zijn kerninfrastructuur naar Zwitserland zou verhuizen. De gedachte was dat het op die manier kon aantonen dat zijn software niet gehackt was door de Russische regering. Dat is “een teken van onze toewijding aan transparantie en openheid” stelde het bedrijf. Maar het lijkt niet genoeg te zijn.