4min
De Surface Studio van Microsoft is deze week in Nederland, voor een introductierondje. Wij kregen vandaag al de kans om deze kruising tussen een tekentablet en een conventionele all-in-one van dichtbij te bekijken en met iemand van Microsoft van gedachten te wisselen over dit nieuwe product. Hieronder lees je onze eerste indruk en kun je alvast wat ‘echte’ foto’s bekijken van het apparaat. Over de Surface Studio hebben we al meerdere keren geschreven (hij is immers al in oktober vorig jaar aangekondigd), maar we kunnen ons zo voorstellen dat dit wat weggezakt is. Op het eerste gezicht lijken we hier te maken te hebben met een doodnormale all-in-one-pc, waarbij er geen sprake is van een losse pc met daarnaast een scherm, maar alles in een en dezelfde verpakking zit. Apple maakt al sinds jaar en dag goede sier met haar iMacs en ook fabrikanten zoals HP en Lenovo brengen met enige regelmaat apparaten uit die in deze categorie vallen. Microsoft heeft het op haar website echter over de Surface Studio als een product dat het concept van de all-in-one-pc opnieuw definieert. De Microsoft-medewerker die we vandaag spraken wilde het ook liever niet als een all-in-one-pc bestempelen, want hij kan zoveel meer. Voor we daarop ingaan, hieronder in het kort de specificaties van dit nieuwe product. Er komen in totaal drie versies beschikbaar, waarvan de goedkoopste 2999 euro moet gaan kosten. Daarmee is het ook meteen duidelijk waarom Microsoft liever niet heeft dat we dit een all-in-one-pc noemen, want dan zou hij alleen al vanwege de prijs meteen negatief opvallen. Het ‘instapmodel’ van de Studio is voorzien van een Intel Core i5-processor uit de zesde generatie. De overige twee modellen (die een adviesprijs hebben van 3499 en 4199 dollar) zijn, draaien op een Core-i7, eveneens uit de zesde generatie. Dit zijn overigens wel allemaal desktop-processors, dus qua rekenkracht moet je hier wel mee uit de voeten kunnen.

Dat er niet is gekozen voor processors uit de nieuwste (zevende) generatie van Intel, is gezien het moment van aankondigen (vorig jaar oktober) en de tijd die daarvoor al in de ontwikkeling is gaan zitten, niet zo heel erg vreemd. De verschillen tussen de twee generaties zijn daarnaast ook weer niet zo groot dat je dit als eindgebruiker zal gaan merken. Het voornaamste verschil zit met name in de geïntegreerde graphics. Alle versies van de Studio komen met een dedicated grafische kaart. In de duurste is een Nvidia GeForce GTX 980M geïnstalleerd, terwijl de twee andere het doen met een Nvidia GeForce GTX 965M, waarbij de duurste tevens is voorzien van twee keer zoveel geheugen als de twee andere (4 vs. 2 GB). In tegenstelling tot de processor zijn dit geen desktop-GPU’s. Die passen niet in zo’n kleine behuizing natuurlijk. Kijken we naar het beschikbare werkgeheugen voor de processor, dan is dat respectievelijk 8, 16 en 32 GB. Verder valt op dat er niet is gekozen voor een SSD voor de opslag, maar voor een Hybrid Drive. Dit is een harde schijf waar als het ware een SSD aan is geplakt. De snelle SSD-opslag fungeert als cache en locatie voor veelgebruikte toepassingen, de wat langzamere standaardopslag voor opslag van de rest. De duurste heeft een Hybrid Drive die bestaat uit 128 GB SSD-opslag en 2 TB traditionele opslag, de twee modellen eronder hebben 1 TB aan traditionele opslag. Toch zit ook hier nog een verschil tussen, want de goedkoopste heeft 64 GB SSD-opslag, de iets duurdere 128 GB. Op zich is het jammer dat er niet is gekozen voor een grote (NVMe-)SSD zoals de 960 Pro van Samsung, maar gezien de toch al forse prijs van het apparaat heeft men volgens een woordvoerder van Microsoft gepoogd om niet overal voor het duurste te gaan. In de praktijk zal je het verschil hoogstwaarschijnlijk toch niet merken. Al het bovenstaande is in de relatief bescheiden vormgegeven voet (25 x 22 x 3,2 centimeter) gestopt. Je kunt niets zelf vervangen, iets wat eigenlijk voor de hele Surface line-up geldt. Dit is volgens Microsoft gedaan om alles optimaal in, op en onder elkaar te kunnen laten passen. Achterop de voet zitten de aansluitingen van de Studio: vier keer USB 3.0, een gigabit RJ45-netwerkaansluiting, Mini DisplayPort (alleen uit, niet in), een SD-kaartaansluiting en een hoofdtelefoonaansluiting. Dit betekent dat ze niet overdreven goed bereikbaar zijn en je regelmatig op de tast wat moet aansluiten. Dat heeft Apple er overigens ook nooit van weerhouden om serieuze aantallen iMacs weg te zetten, dus dat zal nu ook wel geen enorm probleem zijn voor de potentiële kopers. Let wel, daarbij zitten de aansluitingen achterop het scherm, niet achterop een doosje helemaal onderaan, wat de aansluitingen op een iMac toch nog net wat beter bereikbaar maakt wat ons betreft. Qua draadloze aansluitingen heeft Microsoft gekozen voor een niet nader gedefinieerde 802.11ac wifi-adapter, Bluetooth 4.0 en is Xbox Wireless ingebouwd.