6min

Een hyper-converged infrastructure (HCI) is een oplossing waar steeds meer bedrijven voor kiezen. Er zijn verschillende platformen die ongetwijfeld allemaal voordelen bieden, maar iedereen kiest een andere strategie. Wij besloten met HPE in gesprek te gaan om te horen hoe het bedrijf zich onderscheidt met zijn HCI-oplossing HPE SimpliVity. De kracht van HPE SimpliVity blijkt vooral in het onderliggende dataplatform te liggen.

Het idee achter HPE SimpliVity komt voort uit het idee van een HCI. In een datacenter heb je verschillende componenten. Je hebt niet alleen servers met compute, maar je hebt ook servers voor storage en networking. Als je dat allemaal samenvoegt in één control panel en in nodes die je eenvoudig aan elkaar kan knopen, dan krijg je een HCI zoals HPE SimpliVity. HPE SimpliVity gaat echter nog een paar stappen verder.

Het bedrijf heeft ook nog backup- en synchronisatie-oplossingen toegevoegd, een WAN-accelerator waarmee je de verbinding tussen twee kantoren met HPE SimpliVity-nodes kan optimaliseren, en tot slot deduplicatie en compressie.

HPE Dataplatform

Bij HPE SimpliVity gaat het vooral om het dataplatform en de twee laatst genoemde features, deduplicatie en compressie. Door gebruik te maken van deduplicatie wordt alleen unieke data opgeslagen. Data die het systeem al kent hoeft niet nogmaals te worden opgeslagen. Stel dat je 1000 Windows 2012-servers wil virtualiseren op een HPE SimpliVity omgeving, dan wordt het besturingssysteem maar één keer opgeslagen. Dat geldt natuurlijk ook voor de onderscheidende data voor de toepassing van de virtuele machine. Maar al de besturingssysteembestanden zijn identiek.

Naast deduplicatie zet HPE vervolgens ook nog de nodige compressie in om het dataplatform helemaal af te maken. Hierdoor wordt de data nog verder gecomprimeerd. Zo besparen bedrijven nog meer op hun totale dataopslag.

“Met HPE SimpliVity bespaar je 90 procent aan opslagcapaciteit”

HPE garandeert een besparing van 90 procent aan dataopslag, wat ook in de kleine lettertjes van SimpliVity-contracten staat. Als je als bedrijf dus 100TB aan data hebt verzameld, dan heb je voldoende aan 10TB aan opslagcapaciteit. Aangezien alle opslagservers tegenwoordig voorzien zijn van flash, is dat een welkome kostenbesparing. Dan hebben we het niet eens over de ruimte-, stroom- en kostenbesparing in je datacenters. De belangrijkste vraag is misschien toch wel hoe HPE dit voor elkaar krijgt. Als we kijken naar de concurrentie, dan komt bijvoorbeeld Nutanix niet verder dan een besparing van 30 tot 40 procent. HPE heeft met SimpliVity op het gebied van deduplicatie en compressie echt een voorsprong.

Belangrijkste wapenfeit in de HPE SimpliVity nodes zijn de Omnistack accelerator kaarten. Deze kaarten zijn direct verbonden met het moederbord en alle flash storage in de nodes. Zij doen al het rekenwerk voor de deduplicatie en de compressie van de data die wordt opgeslagen in de HPE SimpliVity-clusters. Hierdoor wordt de processor ook niet belast met deze taken en blijft alle compute beschikbaar voor de software die uiteindelijk op het dataplatform komt te draaien, of dit nou simpele virtual machines zijn of zware SQL-servers.

VMware of Hyper-V

Bovenop het dataplatform moet je uiteindelijk je eigen softwarelaag bouwen. Je kan daarbij kiezen om die te virtualiseren met VMware of met Hyper-V. De meeste klanten in de Benelux kiezen op dit moment voor VMware. Het control panel van SimpliVity kan vervolgens direct in de Hyper-V- of VMware-omgeving worden geladen. Je hebt dus geen aparte omgeving voor HPE SimpliVity en eventuele workloads die er bovenop draaien.

Volledige oplossing

HPE SimpliVity wil uiteindelijk een eenvoudig te beheren, maar volledige omgeving en featureset bieden. Daarbij heb je naast een hypervisor eigenlijk geen extra software nodig. Het backup- en synchronisatiegedeelte is redelijk uitgebreid aangepakt, waardoor spelers als Commvault, Veeam en Rubrik buitenspel worden gezet. Of het nou gaat om winkelketens met een hoofdkantoor en een honderdtal winkels, schepen die internationaal varen en afhankelijk zijn van satelliet verbindingen of gewoon wereldwijde kantoren die met elkaar zijn verbonden. Met HPE SimpliVity kan je eenvoudig een cluster bouwen of meerdere clusters die aan elkaar gekoppeld zijn.

Nodes

Door de technologie van de Omnistack accelerator kaart en de besparing die dit oplevert, kan ervoor gekozen worden om op locaties maar één node te plaatsen. Op die manier kan ook eenvoudig op de kosten bespaard worden. Een winkelketen kan in principe op het hoofdkantoor meerdere nodes plaatsen en in elke vestiging maar één. Zodra die kapot gaat zal er wel iemand heen moeten om deze te vervangen of maken, maar dat kan goedkoper zijn dan overal twee nodes neerzetten. Het is een beetje afhankelijk van wat er op komt te draaien. De nodes kunnen wel zo worden geconfigureerd dat er geen data verloren gaat, dat alle transacties direct worden gedeeld met meerdere nodes. Dat kan dus ook op het hoofdkantoor of een andere vestiging zijn.

Clusters

Alle nodes die redelijk dicht op elkaar staan met betrouwbare verbindingen kunnen in principe één cluster vormen. Zodra latency een eis wordt, bijvoorbeeld met databaseservers, dan moet daar goed naar gekeken worden. Het werkt bijvoorbeeld niet lekker om één cluster te creëren over de Verenigde Staten en Europa samen. Het is dan verstandiger om twee clusters te maken die aan elkaar geknoopt zijn. Ze synchroniseren dan nog steeds de data, maar de SQL-server werkt veel sneller omdat die dan tegen het dichtstbijzijnde cluster kan praten. Daarna synchroniseert de HPE SimpliVity-oplossing alsnog de data. Bij één cluster lopen alle nodes gelijk, bij twee clusters zit er enkele seconden tussen.

Is een HCI of in dit geval HPE SimpliVity interessant voor mij?

Of de huidige IT-omgeving van jouw bedrijf geschikt is om te vervangen door HPE SimpliVity of een ander HCI is lastig te beoordelen. Het prijskaartje van een HCI wordt over het algemeen gezien als redelijk fors, maar als het bedrijf in kwestie veel compute of data nodig heeft en snel wil kunnen schakelen, dan wordt een HCI snel interessant. Er zijn ook klanten die kosten kunnen besparen met een HCI.

Zo is er een bedrijf dat van 6 datacenters en 34 racks is teruggegaan naar 3 datacenters en in totaal 1,5 rack, omdat het bedrijf een enorme berg data had die dankzij de SimpliVity technologie flink kon worden teruggebracht. Dat leverde uiteindelijk een besparing op van 100 miljoen dollar. Ook zijn er inmiddels meerdere Formule 1-teams die zijn overgestapt op HPE SimpliVity. Niet omdat HPE al die teams sponsort, maar omdat het Formule 1-circus ook rekening moet houden met zaken als gewicht en hoeveel servers ze mee moeten slepen. Daarnaast zijn allerlei losse onderdelen veel storingsgevoeliger. Nu hoeven ze alleen maar een paar nodes aan te sluiten en op te starten. Binnen een uurtje is over het algemeen alles gesynchroniseerd en hebben ze het draaien. Het IT-beheer is daarmee ook veel eenvoudiger geworden.

Al met al heeft HPE met SimpliVity een interessante propositie en wordt het een steeds grotere speler in de hyper-converged-markt, naast partijen als Nutanix en VMware. Wel zien we dat ook tussen deze spelers de nodige verschillen zijn, waardoor het afhankelijk is van de soort omgeving welke speler het meest interessant is.

Onlangs werd bekendgemaakt dat Nutanix net als vele andere bedrijven OEM partner van HPE wordt. Dat betekend dat Nutanix nu HPE servers kan leveren met de Nutanix software daarop geïnstalleerd. Dit staat los van HPE als HPE SimpliVity leverancier. Nutanix heeft meer focus op compute en cloud management. HPE SimpliVity is, zoals hierboven uitgebreid besproken, meer een datamanagement platform. Voor cloudmanagement werkt HPE nauw samen met VMware en Microsoft.

Hoewel de HCI-oplossingen al veel eenvoud en innovatie hebben gebracht is het einde nog niet in zicht. De verwachting is dat we de komende jaren nog veel meer HCI-innovaties gaan zien. De platformen worden steeds meer software defined, wat ook de weg naar de multicloud mogelijk zal gaan maken. Waarbij clusters op meerdere clouds kunnen draaien. Zover is het nog niet, maar het zit er zeker aan te komen.