5min

Bedrijven lijken geen genoeg te krijgen van het uitbreiden van hun IT-infrastructuur. Waar de afgelopen jaren de vraag naar cloud services ertoe leidde dat deze infrastructuur steeds uitgebreider werd, ligt het in de lijn der verwachting dat bedrijven ook dit jaar weer meer geld uitgeven aan deze IT-assets. En dat als één van de weinige IT-onderdelen, want in sommige IT-uitgaven zal het mes gaan vanwege de coronacrisis. Deze groeiende infrastructuur leidt echter ook tot steeds meer complexiteit. Scale Computing wil deze complexiteit wegnemen met Hyper-Converged Infrastructure (HCI). We spraken over de aanpak van de HCI-leverancier met Vice President EMEA Johan Pellicaan.

Scale Computing is een speler die de laatste jaren weet te profiteren van de markt. Het is misschien niet de bekendste infrastructuurleverancier, maar het weet net als grote HCI-jongens groei te realiseren. Groei die naar eigen zeggen voortkomt uit de eenvoud van het product, maar ook de strategische samenwerkingen mogen niet onderschat worden. Het heeft ertoe geleid dat Scale Computing in meer dan tien jaar tijd uitgegroeid is tot een HCI-leverancier met wereldwijd meer dan 5.000 klanten.

Bij Techzine zijn we ervan overtuigd dat IT-leveranciers zo’n positie alleen verwerven en behouden wanneer een goede visie leidend wordt in de ontwikkeling van producten. We vroegen ons dan ook af hoe Scale Computing precies tegen Hyper-Converged Infrastructure aankijkt.

Hoe steekt de HCI-aanpak in elkaar?

In principe heeft Scale Computing ervoor gekozen om drie pijlers leidend te laten zijn voor zijn appliances en platform, genaamd HC3. Het gaat daarbij om servers, storage en een hypervisor om virtualisatie in te regelen. Dit komt overeen met de door Gartner opgestelde HCI-definitie, waarbij er uitgegaan wordt van een standaard server in combinatie met software om storage, compute en servervirtualisatie te verenigen. Daarnaast staat software-defined networking op de radar van Scale Computing, waarover later wat meer.

Als hypervisor heeft Scale Computing gekozen voor KVM. Door voor deze open source-virtualisatielaag te kiezen is Scale Computing in staat om veel virtual machines (VM’s) te draaien op zijn appliances, zodat ze ieder hun eigen taken en verantwoordelijkheden krijgen. Dit hele virtualisatie-idee, het opsplitsen van de capaciteit van de nodes, moet ervoor zorgen dat iedere applicatie kan draaien op het HC3-platform. Scale Computing voegt hiervoor wel het nodige toe aan KVM. Binnen HC3 is het mogelijk om applicaties te draaien op het Linux- of Windows-besturingssysteem. Daarnaast zijn er scenario’s mogelijk waarbij bestaande VM’s van bijvoorbeeld VMware of Hyper-V eenvoudig gemigreerd worden naar de KVM-gebaseerde virtualisatieomgeving van Scale Computing. Uiteindelijk moet het gebruiken van een open source-hypervisor zo min mogelijk beperkingen bieden, je kan bijvoorbeeld virtual machines migreren zonder dat dat van invloed is op de verbonden clients en workload in de VM. Volgens Scale Computing levert de keuze voor de open source-hypervisor zelfs een voordeel op ten opzichte van concurrenten, waar soms extra betaald moet worden voor het gebruik van een zelf ontwikkelde hypervisor.

Scale Computing heeft KVM verder ‘eigen’ gemaakt door aan de hypervisor een storage laag toe te voegen. Deze zogeheten SCRIBE-architectuur creëert als het ware een storage pool en is verantwoordelijk voor het managen van data binnen nodes en clusters. Door SCRIBE direct te integreren moeten er de nodige perfomance-voordelen ontstaan, mede doordat Scale Computing er eigen technologieën rondom heen heeft gebouwd. Ze zorgen er gezamenlijk voor dat block storage intelligent wordt afgehandeld, zodat virtual machines binnen HC3 zo goed mogelijk presteren en ze een hoge beschikbaarheid kennen. Om dit te realiseren houdt Scale Computing bijvoorbeeld voortdurend de omgeving in de gaten.

In elke situatie zal voor deze functionaliteiten servers afgenomen worden. Deze apparaten lopen uiteen van een microserver voor edge computing-toepassingen om enkele VM’s te draaien, tot appliances met een 2U-vormfactor waar honderden VM’s op draaien en meerdere CPU’s in zitten.

Samenwerkingen dragen bij aan huidige positie

Er is overigens wel een cloud-variant van Scale Computing-functionaliteit op de markt, welke in samenwerking met Google Cloud Platform ontwikkeld is. Met HC3 Cloud Unity kan de HCI-oplossing in de cloud draaien, wat met name bedoeld is om data te repliceren tussen de Google Cloud en on premise Scale Computing-systemen. HC3 Cloud Unity is daarmee eigenlijk een extra optie om data te beschermen met volledige disaster recovery-functionaliteiten.

Dergelijke samenwerkingen zijn uiteindelijk ontzettend belangrijk en staan aan de basis van de huidige marktpositie van Scale Computing, zo blijkt tijdens ons gesprek. Naast de intensieve samenwerking met Google Cloud is Lenovo ook een belangrijke speler voor Scale Computing, zowel als investeerder als technologiepartner. Dankzij deze samenwerking levert Scale Computing zijn HC3-software op servers van Lenovo. Hierdoor is Scale Computing in één klap één van de grootste virtualisatiepartners van Lenovo, wat natuurlijk goed is voor de voetafdruk van het bedrijf. Zo maken dankzij de samenwerking bijvoorbeeld de 800 supermarkten van het Belgische Delhaize gebruik van het Lenovo- en Scale Computing-platform.

Daarnaast zijn samenwerkingen vaak ook gewenst om de functionaliteit uit te breiden. Zo biedt HC3 net als iedere andere HCI-oplossing out-of-the box functionaliteiten voor de bescherming van data, maar wordt deze bescherming pas volledig wanneer er een data management-oplossing aan gekoppeld wordt. Op dit vlak heeft Scale Computing vergaande integraties ontwikkeld met Acronis, om bijvoorbeeld je infrastructuur te beschermen tegen ransomware-aanvallen.

Virtualiseren aan de edge en verdere stappen

Zoals eerder gemeld kijkt Scale Computing ook naar zijn rol in networking, en het ziet ernaar uit dat op dit vlak vooral rond edge computing een interessante ontwikkeling aan zit te komen. Bij edge computing wordt data namelijk bij de bron verwerkt, wat voor het netwerk betekent dat latency niet tot nauwelijks toegestaan is. Wat kan HCI voor deze specifieke toepassing betekenen?

Het antwoord heeft Scale Computing gevonden met het nog uit te brengen HC3 Edge Fabric. Door deze netwerkarchitectuur verbindt Scale Computing de nodes met elkaar, waardoor niet iedere HC3-appliance direct aangesloten hoeft te worden op een switch. Dit levert winst op voor de plaatsing van de nodes en brengt de bekabeling terug, iets wat wenselijk is voor het succes van edge computing. In winkels en restaurants kunnen zulke factoren bijvoorbeeld best doorslaggevend zijn.

Deze innovatie onderstreept ook de toewijding van Scale Computing om edge computing verder te brengen. Het bedrijf heeft meerdere appliances voor edge computing op de markt gebracht, omdat veel klanten kritieke applicaties (gaan) draaien aan de rand van het netwerk. Pellicaan spreekt op dit vlak echt uit dat veel sectoren van deze technologie profijt zullen hebben: van supermarkten tot casino’s en van de scheepvaart tot aan kleine kantoren.

De HCI-aanpak van Scale Computing en de kant die het op beweegt zijn wat dat betreft duidelijk. Het bedrijf gelooft erin dat zijn benadering van waarde kan zijn voor allerlei organisaties, ongeacht de omvang en sector van zo’n organisatie. Eenvoud moet hierin te allen tijde het sleutelwoord zijn, zodat virtualisatie ook mogelijk wordt voor niet-infrastructuurbeheerders. Die aanpak heeft er de afgelopen jaren voor gezorgd dat Scale Computing terrein aan het winnen is. Op die lijn wil het bedrijf de komende periode doorgaan. We zijn dan ook benieuwd hoe de HCI-leverancier zich de komende periode verder ontwikkelt.