4min

Tags in dit artikel

, , , , , ,
Tijdens de afgelopen Cebit-beurs in maart in Hannover heeft Epson voor het eerst haar PaperLab-creatie werkend in Europa laten zien. Tot nu toe bleef dat beperkt tot Japan, het thuisland van Epson. Voor ons was het in ieder geval een van de voornaamste redenen om de reis naar de Hannover Messe te maken. PaperLab is in potentie namelijk een behoorlijk revolutionair product. Het geeft je als bedrijf de mogelijkheid om on-site je papier te recyclen. Hebben we hier dan te maken met een product waarmee de recycle-cirkel rond wordt gemaakt?  Epson is al behoorlijk wat jaartjes bezig met het uitdragen van het ‘groene’ gedachtegoed op de markt van printers en multifunctionals, in ieder geval in Nederland. Het bedrijf is een van de drijvende krachten achter de opkomst van business inkt, inkjetmachines op de werkvloer. De originele WorkForce-lijn voor kleine bedrijven en werkgroepen heeft zijn vijfde verjaardag inmiddels al gevierd. In 2014 kwamen daar de hoger gepositioneerde RIPS-machines bij gericht op grotere bedrijven, die zijn voorzien van enorme zakken inkt (goed voor tienduizenden afdrukken). Tijdens de afgelopen Cebit-beurs in de Hannover Messe werd de line-up nog verder aangevuld met WorkForce Enterprise multifunctionals, die tot 100 pagina’s per minuut kunnen afdrukken en de concurrentie moeten aangaan met de klassieke ‘afdelingsprinters’ van (zeer) grote bedrijven. Het op consumenten gerichte EcoTank-concept is feitelijk RIPS voor consumenten en kan ook gezien worden als een onderdeel van de groene strategie van Epson. De keuze voor inkt ten opzichte van toner in laserprinters – die Epson overigens ook nog steeds verkoopt, maar waar weinig focus op ligt – om een zo groen mogelijk product te maken, is op zich logisch. Een inkjetprinter verbruikt minder stroom dan een laserprinter als hij aan het afdrukken is. Waar je bij laserprinters al snel richting piekvermogens gaat van tegen de 1000 watt, blijft dat bij inkjets beperkt tot tientallen watts. Dit heeft alles te maken met hoe een afdruk gemaakt wordt bij beide technologieën. Voor de piëzo-elektrische afdruktechniek van Epson is alleen een stroompje nodig om middels het vervormen van het piëzo-elektrische element de druppeltjes uit de spuitmondjes van de printkop(pen) te krijgen, plus wat stroom om het papier langs de printkop(pen) te leiden. In een laser- of led-printer zitten lasers (of een led-array) dat de af te drukken afbeelding op de imaging drum ’tekent’, vervolgens moet de toner op die drum terechtkomen en helemaal aan het eind moet het papier met de toner langs de fuser, die heel heet wordt en dus veel stroom verbruikt. Dit heeft naast een hoger stroomverbruik overigens ook een langere opwarmtijd als gevolg. Zeker als een gemiddelde laserprinter een tijdje heeft stilgestaan, doet deze er significant langer over dan een inkjetmachine vooraleer de eerste afdruk in de uitvoerlade ligt. Daar komt nog eens bovenop dat het hele proces behoorlijk afhankelijk is van statische elektriciteit: de toner moet een tegenovergestelde lading hebben als het papier bijvoorbeeld en de lasers maken hun ’tekening’ op een statisch geladen imaging drum. Deze lading moet ook ergens vandaan komen en na iedere afdruk weer worden hersteld om klaar te zijn voor de volgende.

De RIPS-machines van Epson hebben grote ‘wangzakken’ vol met zakken inkt waarmee tot 84.000 afdrukken gemaakt kunnen worden.

De werking van de inkjet- ten opzichte van de lasertechnologie is niet de enige reden die wordt aangedragen om aan te tonen dat inkt beter is voor het milieu dan toner. Als je de verpakkingen van de verschillende cartridges naast elkaar houdt, zie je ook meteen dat tonercartridges veel meer afval opleveren dan inktcartridges. We hebben het dan niet alleen over de fysieke afmetingen van de cartridges, maar ook over de verpakking. Tonercartridges zijn vaak verpakt in bubbeltjesplastic bijvoorbeeld, inktcartridges niet. Oplossingen zoals het hierboven genoemde RIPS zorgen er uiteraard voor dat er nog veel minder verpakking nodig is bij inkjetmachines. Met een enkele zak kun je tot 84.000 pagina’s vooruit. In die tussentijd is er dus helemaal geen sprake van afval in de vorm van verpakkingen. Van HP – dat voor veel van haar inktcartridges gerecycled plastic gebruikt, onder andere van oude cartridges – hebben we daarnaast vernomen dat het gebruik van gerecycled plastic voor tonercartridges (vooralsnog) niet mogelijk is, omdat deze in een veel warmere omgeving moeten functioneren. Die hogere temperaturen kunnen cartridges van gerecycled materiaal op dit moment nog niet aan. Wederom komt inkt hier dus als de ‘groenere’ technologie van de twee bovendrijven. Dit voorbeeld geeft echter ook meteen aan dat gerecycled materiaal in veel gevallen minder robuust is dan nieuw materiaal, iets waar fabrikanten rekening mee moeten houden. Epson helpt bedrijven uiteraard graag een handje bij de overstap van laser naar inkt. Onder het motto ‘Maak de Overstap’ heeft het bedrijf er een complete campagne omheen gebouwd. Mocht je geïnteresseerd zijn in deze campagne en bijvoorbeeld willen weten hoeveel minder Co2 je uit kan stoten als je voor inkjetoplossingen gaat, kom je via deze link op het betreffende gedeelte van de site terecht. Je kunt daar ook brochures downloaden waarin de visie en verantwoordelijkheid die Epson op zich wil nemen uiteengezet wordt.