2min

Zwitserse wetenschappers zijn erin geslaagd om de brandbreedte die via een glasvezelkabel verstuurd kan worden te vertienvoudigen, door ervoor te zorgen dat er minder ruimte op de kabel wordt verspild. Volgens de wetenschappers is de technologie al klaar en relatief goedkoop.

Wetenschappers van het Zwitserse EPFL hebben aangetoond dat er veel meer uit glasvezel te halen is dan wat tot nu toe wordt gedaan. Door de ruimte tussen twee lichtpulsen te verkleinen kan het tienvoudige aan bandbreedte worden verstuurd.

Tot op heden was een groot probleem van glasvezel dat er veel ruimte tussen twee lichtpulsen werd verspild. Dit was nodig omdat de lichtpulsen elkaar anders zouden storen, maar zorgde er ook voor dat de ware potentie van glasvezel bij lange na niet benut kon worden.

Twee Zwitserse wetenschappers van het EPFL hebben ontdekt dat pulsen samengevoegd kunnen worden door ze een andere vorm te geven. Hierdoor zou minder ruimte op de kabel verspild worden. De wetenschappers kwamen erachter dat zogenaamde Nyquist sinc-pulsen ervoor zorgen dat de signalen een andere vorm hebben. Hierdoor kunnen de pulsen dichter bij elkaar geplaatst worden. Hierdoor ontstaat wel ruis, maar niet in de data die gelezen moet worden.

De nieuwe technologie betekent dat er relatief goedkoop een grote winst gemaakt kan worden in de hoeveelheid beschikbare bandbreedte. Normaal gesproken had er een andere standaard ontwikkeld moeten worden, die andere kabels zou vereisen. Dit zou betekenen dat de nieuwe kabels weer door heel de Benelux geplaatst zouden moeten worden.

Voor Nyquist sinc-pulsen hoeven er slechts aanpassingen gemaakt te worden aan de zenders. Dit zorgt ervoor dat er door providers minder geïnvesteerd hoeft te worden in de technologie.