2min

Tags in dit artikel

, , , ,

Vorig jaar september bleek dat er meerdere bedrijven waren met interesse in een eventuele overname van Twitter. Onder meer Salesforce, Disney en Google bevonden zich onder de geïnteresseerden, maar haakten allemaal af. Nu, drie maanden later, blijkt dat de interesse van Google niet als sneeuw voor de zon verdwenen is.

Google heeft Fabric overgenomen, het ontwikkelaarsplatform van Twitter, dat mobiele tools als Crashlytics, Answers en Fastlane bouwde. Sinds het platform in 2014 gelanceerd werd, hebben zich volgens Twitter wereldwijd 580.000 ontwikkelaars aangesloten bij het platform. Maar liefst 2,5 miljard mobiele apparaten wereldwijd hebben een app die gemaakt is met een van de tools van Fabric.

Onderdeel van de deal, waarvan overigens niet bekend is hoeveel geld ermee gemoeid is, is dat de complete Fabric-divisie samengevoegd wordt met het eigen ontwikkelaarsplatform van Google, Firebase. In zijn aankondiging schrijft Fabric het volgende:

“Toen we met het team van Google spraken, realiseerden we ons al snel dat onze missies overeenkomen, namelijk om mobiele teams te helpen betere apps te bouwen, de gebruikers te begrijpen en de zaak te laten groeien. Fabric en Firebase werken op mobiele platformen en bieden unieke mogelijkheden in de hedendaagse markt. We zijn verheugd deze platformen te combineren om het beste mobiele ontwikkelaarsplatform van de wereld te maken.”

Klanten van Fabric hoeven verder niets te doen als de overname eenmaal rond is. Ze kunnen de producten van Fabric gewoon blijven gebruiken zoals voorheen. Het huidige hoofd van Fabric, Jeff Seibert, gaat niet mee. Zijn positie wordt overgenomen door Rich Paret van Google.

Tot slot laat Francis Ma, productmanager van Firebase, weten blij te zijn met de overname. Het is volgens Ma een “geweldig moment voor de industrie en een unieke kans om het beste van Firebase te combineren met het beste van Fabric. We zijn eraan toegewijd om de ontwikkeling van mobiele apps zo gemakkelijk mogelijk te maken, zodat ontwikkelaars meer tijd kunnen besteden aan het bouwen van creatieve ervaringen.”