2min

Tags in dit artikel

, , , ,

Ongeveer een miljoen Belgische gezinnen hadden in 2007 hun digitale televisie in huis. Dat is het vijfvoudige als we dit vergelijken met 2006, zo blijkt uit cijfers van Ernst & Young.

We kunnen 2 belangrijke besluiten trekken uit de derde kwalitatieve studie van Ernst en Young over de nieuwe ontwikkelingen in het Belgische medialandschap. De eerste is dat de digitalisering van de audiovisuele content de kijker meer invloed geeft en een tweede belangrijk besluit is dat de digitalisering op lang termijn kan leiden tot een veranderende verhouding tussen productiehuizen en distributeurs. Voordien werden al reeds de media en de adverteerders ondervraagd, nu waren de productiehuizen, die de audiovisuele content leveren, aan de beurt.

In diverse productiehuizen, zoals Studio 100, Telesaurus, Kanakna Productions en Sultan Sushi werd gepeild naar de onmiddellijke impact die de digitalisering uitoefent op hun manier van werken, en de gevolgen voor de toekomst. De productiehuizen lijken erg enthousiast te zijn over de mogelijkheden die de digitalisering biedt. Ze geven ook aan dat er een reële kwaliteitsverbetering is. Andere belangrijke voordelen zijn de verhoogde flexibiliteit en meer creatieve mogelijkheden die de digitalisering biedt.

Jammer genoeg blijven de mogelijkheden tot interactiviteit binnen een programma grotendeels onbenut. Dit komt vooral omdat er hiervoor nog geen economisch model bestaat en ook omdat de kijkers hier nog niet klaar voor zijn.

Ondanks het grote succes van de digitale televisie in België, merken we dat de hogedefinitietelevisie (HDTV) niet zo goed evolueert . Tot op de dag van vandaag zouden er slechts enkele duizenden decoders geïnstalleerd zijn. Dit fenomeen merken we ook elders in Europa. De hoge kostprijs van de toestellen en het gebrek aan HDTV-programma’s zijn hiervan de voornaamste oorzaken.