2min

Tags in dit artikel

,

Symbian zal binnenkort quadcoreprocessors gaan ondersteunen. Echter, het besturingssysteem zal niet compleet vernieuwd worden. Dit hebben een aantal topmensen van Nokia en Symbian bevestigd. Verder zullen er een aantal nieuwe functies toegevoegd worden, ook de interface zal met kleine updates verbeterd moeten worden.

Er zullen veel nieuwe functies aan het Symbian-platform worden toegevoegd, zo vertelt Jo Harlow, senior vice president van de smartphoneafdeling bij Nokia. Symbian zou er over twee jaar heel anders uit moeten gaan zien dan nu. De updates zullen niet groot zijn en moeten er ook alleen maar voor zorgen dat de interface sneller en fijner wordt. De ontwikkelaars zijn niet van plan om de hele interface te schrappen en een nieuwe te gaan ontwikkelen.

Ook zou er volgens de chief architect van de Symbian Foundation, Tom Patcherd, geen reden zijn om de interface geheel opnieuw te gaan ontwikkelen. "De basis van Symbian, de kernel, is nog altijd goed. Hij springt zuinig om met energie en is stabiel. De interface zoals mensen die kennen, zullen we niet veranderen, maar we zullen het wel verder versimpelen. Dat betekent dat we oude, niet langer gebruikte functies en instellingen eruit halen", aldus Tom Patcherd.

De nieuwe functies die er bijkomen zijn nog niet allemaal bekend, wel is er bekend dat er wordt gewerkt aan NFC-ondersteuning en een manier om bij multicore-CPU’s verschilllende kernen uit te schakelen als het toestel niet actief is. Nokia zelf wilde niets bekendmaken over de nieuwe functies, "maar we gaan stappen maken op diverse vlakken, zoals schermresolutie en grafische kracht", aldus Harlow.

Deze topmannen waren dinsdag en woensdag in Amsterdam te vinden tijdens het evenement Symbian Exchange en Exhibition. Daar werd ook bekendgemaakt dat Nokia de Symbian Foundation van bijna alle taken zal ontheffen. De stichting zal alleen nog maar licenties uit gaan geven aan voornamelijk Japanse telefoonfabrikanten. Verder is er niet duidelijk wie de leiding neemt voor Symbeose. Hiervoor heeft de stichting een subsidie van 22 miljoen euro gekregen van de Europese Unie.