2min

De open webapplicatie-ontwikkeltool WebAssembly wordt steeds vaker gebruikt voor verschillende toepassingen, maar heeft nog wel meer functionaliteit nodig. Dit stelt een onderzoek dat is uitgevoerd door softwareontwikkelaars Scott Logic.

 WebAsssembly is een programmeertaal die in moderne webbrowsers kan worden gedraaid. Het richt zich op low-level programmeren, met een compact binary-formaat. Dit zorgt ervoor dat het bepaalde andere progammeertalen, zoals C/C++, C# en Rust met een compilatiedoel kan integreren, zodat deze talen op het internet kunnen draaien.

Meer gebruik voor andere toepassingen

Ontwikkelaars gebruiken de programmeertaal steeds vaker voor toepassingen die buiten de webbrowser vallen, zo geeft het recente State of WebAssembly 2023-onderzoek van Scott Logic aan.

Ongeveer 30 procent van de respondenten geeft aan het te gebruiken voor backend (excl. serverless)-toepassingen en 40 procent gebruikt het als een plug-inomgeving. Voor serverless ligt het percentage, op basis van de grafiek uit het onderzoek, op ongeveer 15 procent.

Webontwikkeling blijft wel nog steeds de grootste gebruikscategorie, maar het aandeel neemt wel licht af.

WebAssembly-applicaties hebben in 2020 een toenemende vraag naar meer functionaliteit gezien, waarbij het gebruik van WebAssembly vaker voorkomt.

De meest geprefereerde programmeertaal waarmee ontwikkelaars in de tool programmeren, is Rust. Deze populaire taal wordt gevolgd door JavaScript, C++ en directe codering in het eigen WebAssembly Tekst Format.

WebAssembly wint aan populariteit met behoefte aan meer functionaliteit.

Meer features gewenst

Uit het onderzoek blijkt verder dat het WebAssembly op dit moment nog ontbreekt aan diverse features die ontwikkelaars graag willen gebruiken.

De meest gewilde feature is een betere integratie met zogenoemde ‘non-browser’ API’s, gevolgd door betere debugging-functionaliteit en een betere integratie met JavaScript en browser API’s.

Is er meer functionaliteit gewenst voor WebAssembly?

Andere functionaliteit waarvoor gebruikers een wens uitspreken, zijn onder meer threads, een componentmodel, garbage collection en het afhandelen van uitzonderingen.

Een staafdiagram met de gewenste webfuncties, met meer functionaliteit en een verhoogd gebruik van WebAssembly.

Deze specifieke features vormen, behalve het componentmodel, al een onderdeel van de laatste status van de tool of zijn in een standaardisatiefase. Dit betekent dat ze klaar zijn voor gebruik of in een laatste fase zitten, aldus de onderzoekers.

Tip: Waarom programmeertaal Rust steeds populairder wordt