2min

Tags in dit artikel

, , , , ,

Stichting ICTU, uitvoerder van onder andere het rijksoverheidsprogramma Advies Overheid.nl, heeft een civielrechtelijke procedure aangespannen bij de arrondissementsrechtbank te Breda tegen de vijf personen die in 2004 belangrijke websites van de Staat der Nederlanden hebben gesaboteerd.

De vijf zijn inmiddels strafrechtelijk veroordeeld.
Stichting ICTU eist in de nu aangespannen procedure dat de computerkrakers ook de financiële schade vergoeden.

In oktober 2004 werden onder meer de websites www.overheid.nl, www.regering.nl, www.kabinet.nl en www.nederland.nl gesaboteerd door het doen van een grote hoeveelheid aanvragen bij de desbetreffende sites waardoor deze dagenlang onbereikbaar waren voor het publiek. De vijf krakers hadden hun actie gezamenlijk voorbereid in een besloten chatkanaal op internet. Door de aanval is de dienstverlening van de rijksoverheid ernstig geschaad. Op de getroffen websites is alle overheidsinformatie en wet- en regelgeving terug te vinden. Via deze sites zijn bovendien alle websites van overheidsinstanties in Nederland te raadplegen.

Het Gerechtshof in Den Haag heeft in hoger beroep op 10 februari 2006 vier van de vijf computerkrakers veroordeeld tot vrijheidsstraffen en taakstraffen, omdat zij zich hebben schuldig gemaakt aan het doelbewust onbereikbaar en onbruikbaar maken van websites van de overheid. Een van de computerkrakers ging niet in hoger beroep, maar werd in eerste aanleg eerder op 14 maart 2005 veroordeeld. De opgelegde straffen variëren van 1 maand voorwaardelijk plus 80 uur taakstraf tot 38 dagen detentie plus 240
uur taakstraf.

Stichting ICTU heeft in de afgelopen maanden een inventarisatie gemaakt van de geleden schade. Doordat het netwerk overbelast was met dataverkeer
moest o.a. extra bandbreedte ingekocht worden. Ook moesten er adviezen ingewonnen worden over nieuwe beveiliging en instrumenten voor de beveiliging worden aangeschaft. De strafrechter heeft schending van de reputatie ook onderkend als schade, maar ICTU heeft besloten om reputatieschade niet op gedaagden te verhalen.