2min

Tags in dit artikel

, , ,

Google-moederbedrijf Alphabet heeft een streep gezet door Loon. Met het project wou het bedrijf met behulp van ballonnen afgelegen gebieden voorzien van een internetverbinding.

In een blogpost schrijft Loon-CEO Alastair Westgarth dat het niet was gelukt om een manier te vinden om de kosten zo laag te krijgen dat de kosten op de lange termijn uitkwamen. Daarom is het besluit genomen om de stekker uit het project te trekken.

4G in afgelegen gebieden

Loon was in 2011 gestart met het doel om een betrouwbare 4G-verbinding te faciliteren op afgelegen gebieden waar het anders te lastig of duur is om een netwerkinfrastructuur op te zetten. Zo wilde het bedrijf de laatste miljard mensen zien te bereiken die nog geen toegang hadden tot het internet. Het begon aanvankelijk als een project binnen Google X, maar werd in 2018 een los bedrijf.

Grid van luchtballonnen

Het idee was om een serie van ‘zendmasten’ aan luchtballonnen vast te maken en die regelmatig los te laten in de lucht, waar ze tot een hoogte van 20 kilometer stegen. Samen verzorgden de luchtballonnen een soort grid van zenders die het signaal van een grondstation doorstuurde naar het apparaat van de eindgebruiker. Dit apparaat kon een mobiele telefoon zijn, maar ook een zeilschip of simpelweg een slimme sprinkler. Een enkele ballon zou een gebied van 11.000 vierkante kilometer kunnen voorzien van signaal.

Starlink

Google is niet het enige bedrijf dat bezig is met manieren om internetverbindingen voor lastig bereikbare plaatsen te faciliteren. SpaceX begon in 2015 met project Starlink. Het ruimtevaartbedrijf bedacht het plan om een netwerk van internetsatellieten op relatief lage hoogte in een baan rond de aarde te brengen. De satellieten werken in de basis op een vergelijkbare manier als Loon, door signalen onderling door te sturen naar een grondstation. In tegenstelling tot Loon lijkt Starlink meer slagingskans te hebben, met inmiddels al meer dan duizend satellieten in omloop en de eerste testkits die uitgedeeld worden aan eindgebruikers.