Microsoft moet e-mails die in het datacenter in Ierland zijn opgeslagen overdragen aan de opsporingsinstanties van de Amerikaanse overheid. Dat heeft de rechter bepaald in een rechtszaak die Microsoft had aangespannen tegen de Amerikaanse overheid. Microsoft is het hier niet mee eens en houdt vol dat dit ingaat tegen internationale verdragen.
Microsoft had een rechtszaak aangespannen tegen de Amerikaanse overheid omdat het verplicht werd e-mails te delen met Amerikaanse opsporingsinstanties die niet zijn opgeslagen op Amerikaans grondgebied maar in Europa. Volgens Microsoft zou de Amerikaanse overheid daar geen zeggenschap over moeten hebben en zouden zij dit moeten afdwingen via een Ierse rechter, omdat de data daar is opgeslagen.
De Amerikaanse rechtbank heeft nu besloten dat Microsoft geen gelijk heeft in dit geval en de e-mails gewoon moet delen met de opsporingsinstanties. De Patriot Act verplicht Amerikaanse bedrijven om informatie te delen met de overheid, ook als deze informatie in het buitenland is opgeslagen. Deze Patriot Act staat bij veel grote Amerikaanse techbedrijven ter discussie en ook in Europa is veel kritiek op de Amerikaanse wet. Als de Nederlandse overheid gebruik maakt van de clouddiensten van Microsoft, dan heeft de Amerikaanse overheid dus indirect ook toegang tot al deze informatie.
Microsoft heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan en dit te laten toetsen door een hogere rechter. Als Microsoft in hoger beroep gaat hoeft het de e-mails nog niet te overhandigen. Of Microsoft ook in hoger beroep zal gaan is nog onduidelijk, maar de kans dat dat gebeurd is erg groot.
Microsoft staat in deze zaak ook niet alleen, andere grote Amerikaanse bedrijven hebben brieven naar de rechtbank gestuurd om Microsoft te steunen. Onder meer AT&T, Apple, Cisco en Verizon hebben Microsoft gesteund in deze zaak. De bedrijven zijn bang dat als deze wet overeind blijft ze klanten gaan verliezen die niet willen dat de Amerikaanse overheid zo makkelijk bij hun data kan.