2min

Intel heeft 14 nieuwe processoren aangekondigd, de Xeon D-2100-reeks. De datacenterprocessorarchitectuur is geoptimaliseerd voor een System on a Chip (SoC)-design dat zich richt op edge toepassingen. Zo wil Intel opkomende technologieën ondersteunen, zoals zelfrijdende auto’s.

De producten worden onderverdeeld in drie categorieën: edge server en cloud, network edge en storage en Intel QuickAssist Technology. Onder de verschillende series vallen respectievelijk drie, zes en vijf processoren. Het krachtigste model vinden we in de edge server en cloud-categorie; de Xeon D-2191. Deze heeft 18 cores en 36 threads en kost 2407 dollar.

De Xeon D-2100-serie is gebakken op het 14 nm procedé. Er is maximaal 512 GB vierkanaals ddr4-geheugen, terwijl de snelheid met single-core Intel Turbo Boost Technology op 3,0 GHz uit kan komen. Daarnaast zien we een maximum van 32 PCI Express 3,0 lanes en tot 20 lanes aan instelbare Flexible High Speed I/O.

Intel laat de SoC’s gebruikmaken van een mesh-netwerk, zodat de cores onderling kunnen communiceren. Het eerder benoemde Intel QuickAssist Technology kan leiden tot 100 Gbps encryptie. Verder treffen we Intel’s Hyper-Threading Technology en Virtualization Technology aan.

Spectre en Meltdown

Het bedrijf maakt de kanttekening dat de resultaten uit benchmarks verkregen zijn voor het installeren van recente sofrware-patches en firmware-updates die kwetsbaarheden Spectre en Meltdown adresseren. De fixes leiden echter wel regelmatig tot prestatieverlies. Na het doorvoeren van de patches kunnen de werkelijke prestaties dus lager uitvallen.

De SoC’s volgen de Xeon D-1500-reeks op, waarvan de topmodellen beschikten over 16 cores en 32 threads. Het gaat hier overigens niet om losse SoC’s. Ze worden namelijk door fabrikanten op een moederbord of in apparatuur geïntegreerd. Door de uiteenlopende kenmerken gelden er verschillende prijzen voor de producten. Hieronder vind je de afbeelding met specificaties per model en bijbehorende prijzen.