4min

Met veel bombarie stelde Reuters onlangs dat China met een eigen besturingssysteem komt: OpenKylin 1.0. Door zelf een Linux-distributie klaar te stomen, zou de grootmacht een einde kunnen maken aan de afhankelijkheid van Windows. Kan OpenKylin werkelijk Windows vervangen?

De OS van Chinese komaf zou door 4000 developers ontwikkeld zijn. Actief gebruik komt al voor in de ruimtevaart, bij financiële diensten en energiebedrijven. Het kan draaien op x86, ARM en ook op RISC-V-apparatuur.

Met versie 1.0 mag je in ieder geval verwachten dat we het hier over een volwaardige bruikbare OS hebben. Het is gebaseerd op Linux Kernel 6.1 en biedt naast de Chinese taal ook gewoon een Engelse interface. Echter haalt The Register de claim onderuit dat het hier zou gaan om een daadwerkelijk ‘onafhankelijk’ OS. Men noemt het daar slechts een ‘Ubuntu-remix’ omdat het een variant van de GNU Compiler Collection gebruikt die een vlag van Ubuntu heeft. Ook in de config-bestanden komt de naam “ubuntu” voor, constateert men.

Doodgewone installatie, compleet met bekende apps

Vanuit It’s FOSS News krijgen we mee hoe de installatie in z’n werk gaat, een proces dat ook toch wel erg doet denken aan Ubuntu. De UKUI (Ultimate Kylin User Interface, zie afbeelding bovenaan) heeft in ieder geval een andere inspiratiebron: Windows 11. De gekozen kleuren en Start-functie hebben wederom niets revolutionairs te bieden. Ook multitasking lijkt op Windows, net als het Notification Center en de Peony File Manager.

De installatie voltooit zich met een set applicaties die veelal bekend voorkomen. Zo is Mozilla Firefox de standaardbrowser, verzorgt WPS Office de tegenhanger van Microsoft 365 en kunnen gebruikers Vim Text Editor inzetten. Daarnaast is er een generieke videoplayer en weer-app. Nu is WPS Office daadwerkelijk Chinees, maar Vim is een product van de Nederlander Bram Moolenaar. Zo blijkt de Chinese aard van de OS wederom vrij makkelijk omver te blazen.

Met andere woorden: we hebben het hier over een Linux-distro die een ver doorgevoerde Chinese invloed heeft. De internationale oorsprong van een groot deel van de programmeercode maakt de stevige claim van onafhankelijkheid die Reuters brengt. Niet omdat het verkeerd is om te vertrouwen op de wereldwijde open-source gemeenschap of iets dergelijks. Het is echter zo dat we in de media wel vaker dergelijke berichtgeving snel in een hokje geplaatst zien worden. Zo valt nagenoeg elke Europese of Nederlandse beweging in de wereld van de chipproductie in het bakje “Chip War” bij Bloomberg. Hierbij is China dan de grote vijand en is elke actie die men daar uitvoert op dit gebied eveneens welhaast een oorlogsdaad. Dit maakt de spelers in kwestie tot tweedimensionale actoren met sterk versimpelde doeleinden.

OS-ecologie

De aard van de staatsinmenging van China is op softwaregebied soms moeilijk te doorgronden. Dit is al helemaal het geval als we het over open-source hebben, hoewel we in dat geval altijd de broncode in kunnen zien. Men spreekt bij OpenKylin in ieder geval over een gemeenschap van 4000 deelnemers, terwijl ook bekend is dat de Chinese staat de techindustrie aanspoort om de afhankelijkheid van de VS weg te nemen. We kunnen niet zomaar doorgronden in hoeverre die twee feiten met elkaar verbonden zijn. Wat wel duidelijk is, is dat deze stap niet over één nacht ijs gaat. Door een Linux-distro op poten te zetten, is in de toekomst steeds meer onafhankelijkheid daarbinnen te kweken. Er is dus sprake van een breuk met de VS op de lange termijn, waarbij Windows als eerste opzij geschoven wordt.

Deze visie blijkt ook uit de uitspraken van de Chinese academicus Ni Guangnan in gesprek met Global Times. Hij stelt dat China’s digitale economie geleidelijk richting een nieuwe fase aan het bewegen is waarin men zelf applicaties en development op schaal aangaat. Het doel hierbij: om minder van het westen afhankelijk te zijn. Over de nieuwe OS zei hij: “De release van OpenKylin 1.0 laat zien dat de binnenlandse OS-ecologie een nieuwe niveau heeft bereikt. Het heeft ook onze ongeremde innovatie in de Linux-ecologie laten zien.”

Zelfredzaamheid

Zo zien we een andere blik op de zelfredzaamheid die China ambieert. Het gaat hierbij dus niet alleen om het omzeilen van exportrestricties die eventueel ook bij software gaan spelen. Daarnaast is de toewijding aan Linux-ontwikkeling authentiek als de broncode publiekelijk beschikbaar blijft.

De userbase bestaat volgens het project uit bijna 900.000 gebruikers, dat in een land met meer dan 1,4 miljard inwoners een druppel in de oceaan is. OpenKylin zal dus nog flink aan populariteit moeten winnen voordat het als Windows-concurrent door het leven kan. Daar wil men in China wel naartoe, omdat de community niet te spreken is over de risico’s voor de nationale veiligheid die met Windows-gebruik gepaard zouden gaan.

Wie namelijk de Chinese zorgen rondom Windows leest, ziet dezelfde retoriek als we in het westen over Huawei lezen. Men is daar net zo stellig over de vermeende security- en privacy-gevaren van Windows als wij over deze zorgen bij Chinese techbedrijven. Dit is niet om de twee kanten gelijk te trekken: China heeft bijvoorbeeld keer op keer bewezen IP-diefstal in te zetten om de eigen technologie te kunnen ontwikkelen, om het maar niet te hebben over de rol die de overheid aldaar speelt ten opzichte van democratische landen.

De toekomst zal leren welke kant het opgaat met OpenKylin in het bijzonder en Chinees OS-gebruik over het algemeen. Mocht de internationale verstandhouding nog verder verharden, dan zien we hier in ieder geval een eerste stap richting zelfredzaamheid.

Lees ook: China: Nederland belemmert met chipexportrestricties vrijhandel