4min

Tags in dit artikel

, ,

Mendix heeft met zijn low-codeplatform als doel applicatieontwikkeling te versnellen. Nu die filosofie staat, denkt de leverancier aan wat het ‘Low-CodeOps’ noemt. Hiermee doelt het op de operationele last rond ontwikkeling steeds meer automatiseren en verkleinen.

Low-code groeit als term en handelswijze gestaag door. Het bedrijfsleven kiest steeds meer om op een dergelijke manier apps en functies te bouwen. Daar spelen gespecialiseerde low-codespelers op in, maar ook SaaS-leveranciers die zich aanvankelijk met andere taken bezig hielden springen op de trein. Bij die laatste groep kan je denken aan Microsoft. Volgens Mendix is die toename aan aantal actieve spelers een logisch gevolg van de vraag naar low-code, zoals het bedrijf eerder aan ons uitlegde.

Hans de Visser, Vice President Product Management bij Mendix, spreekt in gesprek met Techzine vermoedens uit dat op termijn de hele DevOps-wereld in de low-codesfeer terechtkomt. Dit vanwege de huidige schaarste. Ontwikkelaars zijn moeilijk te vinden en afhankelijk van hun vaardigheden duur. Kubernetes Operations Engineers worden bijvoorbeeld steeds gewilder, maar zijn moeilijk te vinden. Maar je hebt ook voor specifieke programmeertalen enorme schaarstes.

Applicatielevenscyclus

“Je ziet een verschuiving van klassieke DevOps die aan elkaar hangt van zelfgemaakte pipelines en scripts om zaken aan elkaar te krijgen, naar een omgeving waarin het allemaal veel meer voor je gedaan wordt”, aldus De Visser. Het automatiseren van softwareontwikkeling geeft Mendix daarom prioriteit. Daarin kan volgens De Visser steeds meer, terwijl de uitbreidbaarheid met code schrijven behouden blijft. Voor het verrijken van software en specifieke behoeften van een bedrijf, blijft code schrijven nodig.

Om de automatiseringsslag te ondersteunen, investeren de meeste low-code in ‘one-click deployment’. Dat wil zeggen, je bouwt en test een applicatie, om het vervolgens via een druk op de knop naar de productieomgeving te brengen. De provisionering gebeurt dan automatisch. “Dat gebeurt ergens in de cloud, met alle bijbehorende zaken. Dus je moet een database, een webserver, file storage en meer hebben. Dat gebeurt allemaal geautomatiseerd”, legt De Visser uit. Volgens De Visser is deze automatische werkwijze door de public cloud inmiddels gemeengoed.

Infrastructuur

Bij Mendix zien ze echter dat de aandacht voor security en datalocatie toeneemt. Hierdoor gaat de aandacht van sommige organisaties uit naar private cloud of virtual private cloud. Met name bij organisaties in de overheidssector en de financiële dienstverlening zijn er specifieke behoeftes en wensen. Zij willen de voordelen van de cloud, zonder in een echte publieke omgeving te draaien. One-click deployment is bij deze voorkeuren lastiger, stelt De Visser. Vaak beheert een derde partij de infrastructuur, in plaats van het bedrijf zelf.

Mendix kwam daarom met Mendix for Private Cloud. De low-codeleverancier bouwde een operator, die lokaal geïnstalleerd moet worden. “Via ons platform benader je de operator. Als je een applicatie wil deployen, dan doet die eigenlijk precies hetzelfde als wat we normaal gesproken in de public cloud doen. Maar dan op basis van resources die de klant al ter beschikking stelt, bijvoorbeeld een webserver of database”, aldus De Visser.

Mendix spreekt hierbij ook steeds meer over Infrastructure as Code (IaC). De low-codeleveranciers ziet dat het voor DevOps-teams tijdrovend kan zijn om van cloudplatform te veranderen of om nieuwe cloudactiviteiten op verschillende geografische locaties te starten. Low-CodeOps moet dit versimpelen, door met een druk op de knop een script uit te laten voeren op een extern cloudplatform. Zo is binnen uren een volledig virtual datacenter op te zetten.

Compliance en beveiliging

Als je Mendix vraagt Low-CodeOps verder concreet te maken, dan wijst het op het stroomlijnen van compliance en security. Compliance gaat onder meer over het draaien van workloads op de plek naar keuze, wat bijvoorbeeld met het private cloud-aanbod kan. Uiteindelijk komt dit ook aan op wetgeving rond data privacy, iets wat per sector en regio kan verschillen. Het automatiseren van naleving en controles kan enorm helpen met de naleving.

Daarnaast steekt Mendix aandacht in het automatiseren van het opsporen van kwetsbaarheden. Bij het ontwikkelen van software hoort ook testen op securityproblemen. Dat proces gaat zich over het algemeen steeds vroeger in het ontwikkelproces bevinden. Als je problemen tegenkomt, moet je die eerst oplossen voordat je verder gaat. Mendix wil dat meer automatiseren en abstracter maken, wat met gespecialiseerde testtools kan. Zo kunnen ook niet-specialisten ermee overweg en houdt een grotere groep werknemers zich met operations bezig. Het leidt tot meer efficiëntie.

Tot slot moet Low-CodeOps een stap vooruit zijn in performance monitoring. Mendix wijst hierbij op het feit dat planning, meldingen, monitoring en logcontroles van de platforminfrastructuur pijlers zijn van moderne DevOps. Deze zaken “bevestigen de beschikbaarheid en operationele standaarden van complexe, onderling afhankelijke landschappen. Bovendien moet systeembewaking eenvoudig kunnen worden aangepast zodat dit is afgestemd op zakelijke Key Performance Indicators”, stelt Mendix. Low-CodeOps biedt daarom de mogelijkheid om monitoringsparameters aan te passen voor applicaties en pipelines die moeten aansluiten op zakelijke vereisten. Bij het vastlopen van functies, moeten er alarmbellen afgaan om de problemen spoedig op te lossen.

Automatiseringsslag

Daarmee is Low-CodeOps een manier om het Mendix-platform te combineren met tools voor operations. Zaken waar de IT-afdeling doorgaans veel tijd aan besteedt, verlopen nu automatisch. Het belooft softwareontwikkeling weer een stukje te versimpelen. Mendix wil hierin steeds verder gaan, wat ons benieuwd maakt wat het bedrijf op Low-CodeOps-vlak verder gaat doen.