9min

Wat doe je als je speelbal wordt van een politiek spel tussen de Verenigde Staten en China? Huawei bevindt zich in die positie en moet er maar mee om zien te gaan. We waren op Huawei Connect 2019 in Shanghai, om te zien hoe het bedrijf zijn enterprise portfolio ontwikkelt en naar de toekomst kijkt. Onder deze politieke druk levert dat een interessant perspectief op.

We richten ons normaliter exclusief op IT en proberen de politiek zoveel mogelijk buiten beschouwing te laten. Dat heeft in principe geen effect op de technologie. Toch kunnen we er tijdens Huawei Connect 2019 niet omheen. Huawei staat langs de zijlijn en mag niet meespelen met de rest van de markt. Het zorgt voor een vreemde situatie, met veel vragen van journalisten over de politieke situatie. Het bedrijf roept keer op keer zich geen zorgen te maken over de toekomst en dat de ontwikkeling van nieuwe innovatieve producten gewoon doorgaat.

Als je in een kleinere setting vragen stelt over de mogelijke gevolgen, krijg je zelden wel een duidelijk antwoord. Wat wel regelmatig gebeurt, is dat men nieuwe technologie laat zien waar Huawei druk aan werkt of technologie die het net heeft afgerond.  

Vragen ontwijken als olympische sport?

Of Huawei zich echt geen zorgen maakt is natuurlijk makkelijk in twijfel te trekken. Zeker op basis van hoe wij het event hebben ervaren in Shanghai. We kunnen wel stellen dat het van alle events waar we de afgelopen jaren zijn geweest, degene met het grootste spanningsveld is. Ze hebben bij Huawei van lastige vragen ontwijken een olympische sport gemaakt. Na de keynote was er een vragensessie met alle aanwezige media en analisten, deze sessie duurde zo’n 90 minuten, Huawei kreeg het voor elkaar om in totaal maar zes vragen te beantwoorden. Het formuleren van een antwoord duurde veel te lang.

Gelukkig waren er nog kleinere sessies en een expo-vloer waar we gewoon ons spervuur aan vragen hebben losgelaten. Daarnaast is het een kwestie van heel goed luisteren en tussen de regels doorlezen. We hebben uiteindelijk wel een beeld weten te vormen, ware het niet dat we niet alles bevestigd konden krijgen, maar één ding is duidelijk. Huawei gaat niet inkrimpen, snijden of buigen voor de Amerikaanse overheid of president Donald Trump.

Niet zeiken, maar doorwerken

Wat veel bedrijven in deze situatie zouden doen is in de slachtofferrol kruipen en proberen daarmee wat te forceren. Dat doet Huawei in elk geval niet. Het bedrijf mag op dit moment (vrijwel) geen zaken doen met Amerikaanse bedrijven. Hoe tijdelijke deze situatie is weten we niet, maar het zou zomaar definitief kunnen worden. Daar houdt Huawei dan ook ernstig rekening mee.

Tijdens het evenement hebben we wat boeken over Huawei op de kop getikt, waaronder een boek over de CEO, Ren Zhengfei. Hierin zijn interviews en uitspraken van Ren gepubliceerd. In het boek stelt hij dat als het echt nodig is, Huawei zal inkrimpen. Als de afzetmarkt te klein wordt of als het de producten niet meer kan leveren, zit er niets anders op dan het bedrijf kleiner maken, de kosten te verlagen en indien nodig mensen te ontslaan. Huawei zal dan op kleinere voet verder gaan. Wij denken dat als het zover komt, dat handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China nog veel verder is of zal escaleren.

Als de VS niet toestaat dat Amerikaanse bedrijven componenten verkopen aan Huawei, zal het die Amerikaanse bedrijven pijn doen. 

 

“We geloven niet dat ons voorbestaan in gevaar is. Als de VS niet toestaat dat Amerikaanse bedrijven componenten verkopen aan Huawei, zal het die Amerikaanse bedrijven pijn doen. Huawei is de derde grootste afnemers van chips in de wereld.  Zonder ons, zullen die financiële resultaten van veel Amerikaanse bedrijven verslechteren en resulteren in fluctuaties op de aandelenmarkt.”, aldus Ren Zhengfei.

Huawei investeert fors in alternatieven voor Amerikaanse technologie

Hoewel Ren zegt dat hij bereid is om Huawei in te krimpen en dat als privaat bedrijf zonder problemen te kunnen doen, is daar nog geen sprake van. Huawei blijft de focus houden op de ontwikkeling van nieuwe innovatieve producten, want tot op heden lijken alleen de Verenigde Staten en Australië vergaande maatregelen te willen treffen tegen het bedrijf.

Dat betekent dat Huawei in de rest van de wereld gewoon zaken kan blijven doen, mits het producten kan leveren die voldoen aan de eisen. Concreet betekent dit dat het bedrijf ook hoogwaardige producten moet kunnen leveren zonder Amerikaanse technologie. Huawei’s plan A is om gewoon producten te bouwen met Amerikaanse technologie. Dat is eenvoudiger, goedkoper en conform vraag vanuit de markt. Als dat echter onmogelijk is door restricties van de Amerikaanse overheid, moet Huawei plan B uitvoeren. Vooralsnog is dat niet inkrimpen, maar nog harder werken om alternatieven te ontwikkelen voor die Amerikaanse technologie.

Dat lijkt haast onmogelijk en eerlijkheidshalve hadden we ze voor Huawei Connect 2019 voor gek verklaard. Na onze lastige vragen, korte demo’s, halve antwoorden en pointers in de juiste richting, zijn we toch gaan twijfelen. Het is nog steeds een extreme uitdaging en elk publiek bedrijf zou zijn vingers er zeker niet aan branden. Huawei heeft echter wel de juiste papieren en het vermogen om het in elk geval te proberen. De reden dat we zijn gaan twijfelen, is namelijk niet omdat het bedrijf Amerikaanse technologie probeert na te maken of te vervangen. Huawei denkt out-of-the-box: hoe kunnen we het anders vormgeven, waardoor we een competitief product hebben?  Dat zorgt ervoor dat Huawei uiteindelijk een groot gevaar kan zijn voor Amerikaanse technologiebedrijven. Wat als bedrijven wereldwijd straks massaal Huawei-apparatuur gaan kopen omdat die beter is, of gelijkwaardig maar goedkoper?

De grootste uitdaging is een alternatief voor de Intel Xeon-chips

Op de consumentenmarkt kan Huawei geen Android-smartphones meer verkopen met een Google-licentie. Dat is vervelend voor het bedrijf, maar wij vermoeden dat daar wel een omweg voor beschikbaar komt. Bijvoorbeeld door de gebruiker zelf de optie te bieden om de Google-services te installeren, waarbij de eindgebruiker dus een overeenkomst aan gaat met Google en niet Huawei. We vermoeden dat Google dit op termijn zal aanbieden als er geen oplossing komt in het handelsverbod. Financieel gezien is de smartphonemarkt voor Huawei minder belangrijk.

De focus van het bedrijf ligt veel meer op de enterprisemarkt. Het bedrijf is leverancier van mobiele netwerken en datacenter apparatuur. Daar gaat het grote geld in om en daarin wordt de meeste omzet behaald door Huawei. Voor de mobiele netwerken kan Huawei grotendeels met eigen apparatuur uit de voeten zonder afhankelijk te zijn van Amerikaanse technologie. Voor hoever dat nog niet het geval is, worden producten nu omgebouwd naar een technology-stack zonder Amerikaanse partners. Voor het datacenterportfolio is het echter een heel ander verhaal.

De afgelopen 20 jaar is Intel heer en meester in het datacenter. Vrijwel elke server wordt aangedreven door een Intel Xeon processor. De ruwe prestaties die Intel met deze chips weet neer te zetten is uitstekend en moeilijk te evenaren. AMD heeft na ongeveer tien jaar weer een chip die mee kan doen in de top, maar dat heeft lang geduurd. Voor Huawei is dat overigens geen alternatief want AMD is ook een Amerikaans bedrijf.

Huawei werkt al geruime tijd aan de Kunpeng-chip. Daar ging het tijdens Huawei Connect 2019 ook veelvuldig over. Dat begint echter wel een alternatief te worden voor de Intel processoren. Als je de chips naast elkaar zet, dan zou je kunnen concluderen dat Huawei nog nergens is. De ruwe prestaties van de Intel processor zijn namelijk veel hoger dan de Kunpeng. Volgens sommige benchmarks is de Intel Xeon zelfs twee keer zo snel. Als je echter kijkt naar efficiëntie, stroomverbruik, kosten en chipfeatures, dan wordt de vergelijking een stuk interessanter. Dit zetten we uiteen in een aparte blog; Huawei wil chipdominantie Intel doorbreken met Kunpeng.

Voor de enterprise business heeft Huawei ook netwerkapparatuur, moederborden, flashopslag en werkgeheugen nodig. De netwerkdivisie van Huawei kan de netwerkapparatuur zelf leveren. Moederborden, flashopslag en werkgeheugen is gewoon te verkrijgen bij niet Amerikaanse bedrijven. Zo zou Samsung bijvoorbeeld alle flash en werkgeheugen kunnen leveren. Softwarematig kan Huawei niet langer Windows-licenties leveren, maar die zijn via het partnerkanaal van Microsoft wel gewoon te verkrijgen. In datacenters wordt echter veel meer gebruikgemaakt van Linux en daarin is keuze te over.

De grootste uitdaging blijft dus de processor maar daar wordt hard aan gewerkt. Vorig jaar werd er een half miljard geïnvesteerd in alleen de Kunpeng-chip. We vermoeden dat Huawei hier dit jaar opnieuw een enorme smak geld in investeert, en dat zal niet zonder succes zijn. Maar laat duidelijk zijn dat het bedrijf die investering nooit had gedaan als er geen handelsverbod was geweest.

De Amerikaanse overheid, onder leiding van Trump, vecht een harde handelsoorlog uit, maar op de lange termijn zal dat de Amerikaanse techgiganten alleen maar schaden. Het dwingt Huawei om te investeren in alternatieve technologieën, om de Amerikaanse makelij te vervangen. Dat is een hele lastige opgave, maar Huawei heeft de middelen, de mensen en de kennis om tot een oplossing te komen. Als Huawei straks niet langer afhankelijk is van Amerikaanse bedrijven, gaat dat de Amerikaanse economie veel geld kosten. Helemaal als het handelsverbod uiteindelijk wordt opgeheven, door een nieuw president.

Hoe zit het met die spionage?

Moeten we die Huawei-producten wel willen? Zitten die niet vol met spionage-chips? De Amerikaanse overheid roept nu al geruime tijd dat Huawei in staat is om te spioneren voor de Chinese overheid. Dat ze dit kunnen doen via backdoors in de apparatuur van Huawei. Ook roepen ze dat Huawei volgens de Chinese wet verplicht is om data te overhandigen aan de Chinese overheid, mocht die daarom vragen.

Allemaal aantijgingen vanuit de Amerikaanse overheid tegen China en Huawei. De grote vraag is natuurlijk wat er klopt van deze soort uitspraken. Huawei zelf heeft meerdere malen duidelijk laten weten, nooit gespioneerd te hebben voor de Chinese overheid en dat ook nooit te zullen doen. De Chinese overheid heeft hier volgens Huawei ook nog nooit om gevraagd en mochten ze dat doen, zal het bedrijf zich op alle mogelijke manieren hier tegen verzetten.

Wat betreft de aanwezigheid van backdoors in de producten van Huawei. Volgens het bedrijf is dat grote onzin, het bedrijf bouwt geen backdoors in zijn oplossingen. Dit is volgens het bedrijf zelfs onmogelijk, vanwege de manier waarop de organisatie is ingericht. Ook als een werknemer van Huawei het zou willen, dan is het haast onmogelijk door alle controles die zijn ingesteld. Door deze aantijgingen heeft Huawei wereldwijd zijn deuren geopend, bedrijven en overheden die zaken willen doen met het bedrijf zijn welkom om alle broncodes te bekijken en te verifiëren.

Australië en de Verenigde Staten zijn tot op heden de enige die echt een verbod op Huawei hebben ingesteld. Bewijs is er nooit geleverd en andere landen, waarmee uitgebreid geheime informatie wordt gedeeld, hebben na onderzoek besloten om geen verbod in te stellen op Huawei-apparatuur. In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland is Huawei gewoon welkom.

Verder is het hele argument vanuit de Verenigde Staten schijnheilig te noemen. In de Amerikaanse wet staat namelijk dat Amerikaanse bedrijven alle data moeten overdragen, nationaal en internationaal, mocht de Amerikaanse overheid daarom vragen. De Chinese wet is wat dat betreft niet anders dan de Amerikaanse en voor veel grote Amerikaanse bedrijven is die wet ook een doorn in het oog.

Tot slot is het goed om stil te staan bij hoe het internet de afgelopen vijf jaar is veranderd. Voor 2014 was het hele internet open en zo goed als onversleuteld. Nu is er massale encryptie. Datacenters, sociale platformen, messenger-diensten, blogs, alles is versleuteld. En waarom? Omdat de Amerikaanse overheid iedereen en zijn moeder afluisterde, ze glasvezelkabels tussen Google datacenters hebben opgegraven om die af te luisteren, ze backdoors plaatsten in onder meer Cisco-apparatuur en een sleepnet hadden waar iedereen zijn online activiteit in werd bijgehouden. Edward Snowden is nog steeds op de vlucht voor het bekendmaken van deze praktijken. De Amerikanen luisterden zelfs politici van bondgenoten af. Uiteindelijk zijn de Amerikanen de laatste die iets mogen zeggen over spionage. Als je de Chinezen buiten houdt, moet je de Amerikanen ook buiten houden. Dat wordt alleen erg lastig.