We vragen steeds meer van onze magazijnen en van de mensen die er werken. Daar zit echter een limiet aan. De oplossing is robots naast de mens neerzetten, betoogt Marcel Kars van Zebra Technologies.
We schrijven hier vaak over Robotic Process Automation, waarbij softwarematige robots ingezet worden om processen te versnellen. De hardware-robot krijgt een stuk minder aandacht. Op zich is dat niet zo heel vreemd. Een dergelijke robot moet zijn werk in de echte wereld uitvoeren. Die wereld is een stuk complexer dan die van een software-bot. Al was het maar omdat hij in die wereld moet interageren met echte mensen, niet alleen maar met systemen.
Het feit dat robots in real life voor meer uitdagingen zorgen dan in virtuele vorm, betekent echter niet dat er niets gebeurt op dat vlak. Zo zijn er de nodige nieuwe bedrijven die wel brood zien in deze markt. Dat zijn doorgaans startups met een goed idee en vaak ook een goed product, maar niet met de slagkracht om dit breed in de markt te zetten. Het wordt voor de markt pas echt interessant als een grote speler zich ermee gaat bemoeien.
Dat laatste is sinds de overname van Fetch Robotics door Zebra het geval. Zebra had al enige tijd een deelneming in dat bedrijf, maar heeft het eerder dit jaar volledig overgenomen. Samen met haar andere oplossingen wil Zebra met deze robots en de technologie erachter de processen in magazijnen verder automatiseren.
De transitie van Zebra
Zebra is als bedrijf de afgelopen vijf jaar behoorlijk veranderd. Aan de ene kant is er meer focus gekomen, bijvoorbeeld door het verkopen van het WLAN-portfolio aan Extreme Networks in 2018. Aan de andere kant heeft Zebra ook stappen gezet om het portfolio te verbreden. Zo is men zich naast hardware ook meer gaan richten op de softwarelaag waarmee je de hardware beheert. De nadruk hierbij ligt onder andere op de inzichten die je op kunt doen als je de data die je via de software verzamelt, goed analyseert. In onze review van de Zebra EC50/EC55 eerder dit jaar zagen we hier ook enkele voorbeelden van.
Zebra heeft echter op nog een derde manier aan het portfolio gewerkt. Er lag de laatste jaren ook veel nadruk op het optimaliseren van de interactie tussen mobiele medewerkers en de apparaten die Zebra levert. Zebra heeft speciaal voor dit gedeelte van hun oplossingen zelfs een aparte afdeling in Londen.
Zebra wil met andere woorden steeds beter inspelen op de behoeftes van de medewerkers die gebruikmaken van hun producten en diensten. Dat begint al bij de materiaalkeuze van een product. Verder kunnen ook heftrucks beter functioneren als deze ‘weten’ wat er op een pallet ligt of in een vrachtwagen zit. Om dat te realiseren, heeft Zebra geïnvesteerd in zaken zoals vision en RFID. Voor medewerkers die apparatuur van Zebra gebruiken zijn er investeringen gedaan in onder andere Augmented Reality en stemherkenning.
Automatiseren als logische volgende stap
Het einde van het optimaliseren van bestaande producten en diensten voor mobiele medewerkers is echter wel in zicht, geeft Kars aan. Daar zit nu eenmaal een limiet aan. “Je kunt mensen niet harder laten lopen”, vat hij het kernachtig samen. Dat is echter wel wat nodig is nu. In magazijnen moeten orders steeds sneller gevuld worden, geeft hij als voorbeeld. Steeds meer bedrijven bieden de mogelijkheid tot levering van een bestelling op dezelfde dag. Dat kan niet zonder gevolgen zijn voor hoe het magazijn functioneert. Dat moet dat bij kunnen houden, al was het maar om als organisatie aan je SLA’s te kunnen voldoen.
Met mensen en optimalisaties van bestaande producten houden we deze ontwikkelingen dus niet meer bij. Het gaat hier dan niet alleen om de wens van bedrijven om zo efficiënt en snel mogelijk te werken. Ook het welzijn van de medewerkers zelf komt op den duur in het geding, geeft Kars aan. Als het gaat om magazijnen, doen veel mensen daar werk waarvoor de mens als geheel niet (meer) geschikt is. Het is zwaar en intensief werk, waarbij medewerkers grote afstanden afleggen. Dat werk wordt dus alleen maar zwaarder.
Het antwoord op de uitdagingen waar we voor staan is automatiseren, is Kars van mening. Specifiek gaat het dan om automatiseren door middel van de inzet van robots. “De vraag die je stelt is hoe je in de nieuwe situatie het beste uit de medewerkers kunt halen”, stelt hij. Niet alleen vanuit een bedrijfseconomisch perspectief, maar ook vanuit het perspectief van de medewerkers. Met andere woorden, er moet een splitsing komen tussen wat een robot kan en wat een mens kan doen.
Taakverdeling tussen mens en robot
Een splitsing in taken tussen mensen en robots levert in ieder geval op twee punten een voordeel op, geeft Kars aan. Aan de ene kant kunnen mensen datgene blijven doen waar ze goed in zijn. Denk hierbij vooral aan het manuele stuk van de werkzaamheden in een magazijn. Dat is dan vooral het daadwerkelijk oppakken, verzetten en stapelen van pakjes. Daarvoor is een fijne motoriek en specifiek inzicht nodig die robots niet bezitten op dit moment.
Aan de andere kant zijn robots dan weer een stuk beter in repetitieve taken. Dat wil zeggen, ze maken minder fouten bij het uitvoeren ervan. In een magazijn gaat het hierbij bijvoorbeeld om het af en aan rijden met pallets of andere vracht. De robots van Fetch Robotics waar we het met Kars over hebben, zijn voorzien van onder andere lidar en kunnen dankzij vision-systemen ook ‘zien’. Dankzij deze technologieën botsen ze niet tegen mensen of andere robots aan. Mensen hoeven sowieso niet meer vaak ‘in de weg’ te lopen. Die kunnen zich volledig richten op de werkzaamheden in hun eigen secties.
Onder de streep levert het goed splitsen van de taken tussen mensen en robots volgens Kars dus zowel een efficiëntere als een veiligere werkomgeving op. Dit terwijl de output van de omgeving als geheel omhoog kan. Op het punt van snelheid heeft Kars nog wel een mooi feitje over de robots van Fetch Robotics. Deze mogen harder rijden dan welke andere indoor robots op de markt dan ook. Met 1,5 m/s en binnenkort 2 m/s (zo’n 7,2 km/u) doen ze in ieder geval niet onder voor het tempo van een mens.
Nieuw, dus een uitdaging
Als je bovenstaande leest, lijkt het wellicht alsof het inzetten van robots in magazijnen simpelweg een kwestie is van een paar van die apparaten kopen en neerzetten. Zo eenvoudig is het allemaal niet, geeft Kars ook meteen toe. Hij vergelijkt het met het introduceren van stemherkenning in magazijnen. Daar heeft hij zelf heel lang aan gewerkt, om dat voor elkaar te krijgen. Robots zijn voor hem een soortgelijke uitdaging.
Deze uitdaging zit niet zozeer op het gebied van de hardware of infrastructuur. De robots kunnen gewoon met het bestaande wifi-netwerk verbinden en communiceren onderling via Bluetooth. Daarvoor hoef je verder niets op te tuigen, behalve wellicht een separate VLAN en/of SSID instellen in je access points. De uitdaging zit veel meer in de software-kant van het verhaal. De robots moeten namelijk uiteindelijk integreren in een Warehouse Management System (WMS). Dan pas kun je een robot in een magazijn met een complex systeem van secties en daarbij behorende complexe processen optimaal inzetten. En die integratie is eenvoudiger gezegd dan gedaan.
Het probleem met betrekking tot de integratie in een WMS zit gedeeltelijk in het ontbreken van standaarden voor robotica binnen die omgevingen. Daar werkt onder andere Zebra wel hard aan, maar die zijn er op dit moment dus niet. Zonder standaarden is het niet heel aantrekkelijk voor WMS-aanbieders om dergelijke integraties mogelijk te maken. Dat kost dan verhoudingsgewijs behoorlijk wat moeite, voor een toepassing die nog heel nieuw is.
De grote jongens in de WMS-markt integreren het inmiddels overigens wel in hun nieuwste versies. Dat is op zich een goed teken. De WMS-markt staat echter niet bepaald bekend om de evergreen-benadering van software. Daarbij draait software in de cloud en ontvang je dit soort updates automatisch. Bedrijven zullen dus een volledige migratie van de ene naar de andere release moeten overstappen. Dat is iets waar veel organisaties niet bepaald om staan te springen. Vandaar ook dat veel integraties vooralsnog zullen plaatsvinden via middleware, gebouwd en/of geleverd door Zebra en haar partners.
“Beginnen is besparen”
Het feit dat iets een uitdaging is, betekent niet dat je er niet mee kunt beginnen. Sterker nog, je moet er eigenlijk mee beginnen om ervaring op te doen. Die mogelijkheden zijn er ook zeker wel. In ieder magazijn zijn er vaste werkzaamheden die gedaan moeten worden, waarbij iets alleen maar van punt A naar punt B gebracht hoeft te worden. Concreet noemt Kars het afvoeren van afval vanuit picklocaties of het brengen van goederen van ontvangst naar stellingen. Dat is altijd hetzelfde en kan prima plaatsvinden zonder dat een WMS zich hiermee bemoeit. Begin je op die manier, dan kun je de robots en wat ze kunnen behoorlijk goed leren kennen. Je krijgt dan ook een indicatie van wat het eventueel op kan leveren als je ze ook voor complexere taken inzet.
Uiteindelijk zal iedereen mee moeten en robots in moeten gaan zetten, is Kars van mening. De industrie als geheel beweegt die kant op, dus dan ontkom je er op een gegeven moment niet meer aan. Dat niet alleen, het is ook een slimme investering, geeft Kars aan. Zeker met de opkomst van Robot-as-a-Service, RaaS, waarbij je dus geen initiële forse investering doet, maar robots als een dienst afneemt. Je gaat dan “eigenlijk meteen verdienen als je robots in gaat zetten”, stelt hij. Investeer je wel in eigen robots, dan heb je deze ook snel terugverdiend: “Voor bijna alle business cases geldt dat investeringen binnen twee jaar, soms zelfs in een jaar zijn terugverdiend.”
Tot slot: Veel seinen op groen
Al met al komen er op het gebied van de inzet van robots enkele belangrijke zaken samen. Allereerst is er de noodzaak om dingen anders te gaan doen in magazijnen. Zowel vanuit zakelijk als vanuit menselijk perspectief. Ten tweede is de technologie om dit te doen beschikbaar. De technologie van Fetch Robotics heeft zich al bewezen, geeft Kars aan. Dan draait het tot slot vooral om de businesskant van het verhaal. Die ziet er als we de uitspraken van Kars horen ook goed uit.
Uitdagingen zijn er uiteraard ook. Denk hierbij aan de integratie in WMS-systemen waar we het hierboven over hadden. We kunnen ons verder ook goed voorstellen dat er ook cultureel wat hordes te nemen zijn. Met andere woorden, hoe integreer je robots met je medewerkers? Een veiligere en gezondere werkomgeving in het vooruitzicht stellen is alvast een goed begin.
Zebra zelf speelt uiteraard ook een belangrijke rol in het succes van robots in magazijnen. Het is een van de grootste spelers in die markt, dus heeft veel invloed. Als Zebra op termijn bijvoorbeeld bepaalde standaarden adopteert, dan volgt de rest van de markt waarschijnlijk wel. Gezien de overname van Fetch Robotics is het Zebra overduidelijk menens op deze markt, dus we mogen nog het nodige verwachten. Nederland is in ieder geval een ideale proeftuin voor Zebra om hun GTM in de praktijk te brengen. Er is hier veel logistiek, een hoge druk op arbeidscapaciteit en veel verloop in mensen. De meerwaarde van robots is dus overduidelijk. We zijn benieuwd hoe hard het zal gaan.