5min

Kubernetes-clusters moeten ergens landen. Nutanix wil hiervoor de beste infrastructuurlaag zijn.

Als je tegenwoordig mensen hoort praten over containers, microservices en Kubernetes, dan lijken ze het soms wel te hebben over iets wat magischerwijs gewoon werkt. Toch hebben ook dat soort workloads infrastructuur nodig waar ze op kunnen draaien. Infrastructuur die ervoor zorgt dat ze zo goed mogelijk kunnen presteren. Nutanix komt weliswaar van origine uit de wereld van de VM’s en hyperconverged infrastructuur, het gaat natuurlijk ook met zijn tijd mee. Het heeft HCI inmiddels wel maximaal doorontwikkeld en positioneert zich vooral als hybride multi-cloud beheerplatform. We publiceerden recent nog enkele artikelen over deze positionering.

Het mag duidelijk zijn dat Nutanix met de ambities die het heeft, iets moet met de opkomst van Kubernetes. Dat is ook wat Christophe Jauffret, Staff Solutions Architect bij Nutanix aangeeft in gesprek met ons: “vandaag de dag moeten we ieder type applicatie kunnen ontvangen.” Dat geldt dus ook zeker voor Kubernetes. Vandaar ook dat Nutanix daar een jaar of vier geleden stevig op in is gaan zetten. We kijken in dit artikel iets beter naar wat Nutanix op dit vlak zoal doet.

Flexibele mogelijkheden

Een van de belangrijkste onderdelen van het aanbod van Nutanix rondom Kubernetes, is dat je het op meerdere manieren kunt laten landen op de infrastructuur van het bedrijf. Je kunt vanuit het aanbod van Nutanix zelf met Kubernetes aan de slag gaan. Dit aanbod heette voorheen Carbon, maar gaat inmiddels door het leven als Nutanix Kubernetes Engine (NKE). NKE is een basis Kubernetes-platform, waarop klanten hun eigen (open-source) Kubernetes tooling kunnen installeren. Nutanix zorgt ervoor dat deze laag binnen het Nutanix management platform (PRISM) geüpgraded en beheerd kan worden.

Nutanix heeft daarnaast RedHat OpenShift als “preffered” Kubernetes-distributie gekozen. Jauffret noemt dit tijdens ons gesprek niet voor niets de Rolls Royce onder de Kubernetesomgevingen. Het punt dat hij echter wil maken is dat het niet de bedoeling van Nutanix is om iedereen naar die omgeving te dwingen. Er moet keuze zijn. Vandaar dat er naast NKE en een partnership met OpenShift ook diepe integraties zijn met Amazon EKS en Rancher, om nog twee populaire Kubernetes-omgevingen te noemen. Volgens Nutanix zullen deze benaderingen ook naast elkaar blijven bestaan.

De uitdaging hierbij is om de tooling van die aanbieders rechtstreeks met het platform van Nutanix te laten communiceren. Dat is dan ook iets waar Nutanix zelf druk mee bezig is. De meeste Kubernetes-distributies op de markt gebruiken verschillende methoden om te integreren met de onderliggende infrastructuur, waardoor het voor infrastructuuraanbieders moeilijk wordt om deze integraties bij te houden.

De branche bedacht een project met de naam Cluster API, gericht op het leveren van declaratieve API’s en tooling om het inrichten, upgraden en bedienen van meerdere Kubernetes-clusters te vereenvoudigen, waarbij de infrastructuurprovider wordt geabstraheerd. Nutanix heeft tijd en resources geïnvesteerd in de ontwikkeling van Cluster API for Nutanix (CAPX), waardoor distributies zoals Amazon EKS Anywhere gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd met de Nutanix-infrastructuur. De meeste distributies moeten echter overstappen op het gebruik van upstream Cluster API. Dit is iets waar Nutanix samen met zijn partners aan werkt, om deze integraties te stroomlijnen door een standaard zoals Cluster API te gebruiken.

Nutanix in een open-source wereld

Volgens Jauffret maakt het Nutanix niet uit welke route klanten kiezen. Het bedrijf biedt haar klanten keuze vrijhied, volgens hem. Het kan wel helpen met het uitstippelen van de juiste route, mocht een klant niet goed weten wat het moet doen. Er is op zich wel enige sprake van opinionation, zoals het zo mooi heet in open-source-kringen. Nutanix is geen open-source-partij. Het heeft een infrastructuur die het op een bepaalde manier laat communiceren met de diensten die erbovenop draaien. Dan ontkom je er niet aan vanuit het oogpunt van gebruiksgemak, op het gebied van deployment en beheer, om bepaalde keuzes te maken die wellicht wat van de mogelijkheden van de diensten beperken.

Bovenstaande is ook helemaal niet erg verder, wat ons betreft. Sterker nog, als je cloud-native en Kubernetes breed aantrekkelijk wilt maken en dus commercieel levensvatbaar, zal je de nodige keuzes moeten maken in het aanbod die wellicht niet helemaal volgens de ‘regels’ van open-source-kunst zijn. Organisaties die bij een partij zoals Nutanix aankloppen voor Kubernetes-diensten, doen dit waarschijnlijk omdat ze op zoek zijn naar iets wat out-of-the-box werkt. Dat is dan ook waar Nutanix zich op richt. Om een zo breed mogelijk palet aan te kunnen bieden, gaat het partnerships aan. Of zoals Jauffret het zegt: “Nutanix is geen open-source, maar we proberen om met zoveel mogelijk partners samen te werken.”

Storage: stateful in een stateless wereld

Een van de uitdagingen rondom containers is hoe deze omgaan met storage. Containers bevatten van nature geen applicatiegegevens, waardoor ze “stateless” zijn. Organisaties realiseerden zich dat er ook voordelen zijn bij het uitvoeren van “stateful” applicaties. Door het ontwerp is opslag echter niet ingebouwd in Kubernetes. Het is aan externe leveranciers om de permanente opslag te bieden.

Het beheren van containeropslag is overigens geen gemakkelijke klus. Nutanix wil deze kloof overbruggen door dynamische, betrouwbare en performante persistente opslag te bieden op zowel block als file storage met behulp van de Nutanix CSI-driver. Dit is echter slechts een onderdeel van het omgaan met gegevens. Klanten gebruiken immers ook object storage (S3) en databases met hun containerapplicaties. Dat is iets wat het Nutanix Cloud Platform zijn klanten ook kan bieden. Jauffret: “Het maakt niet uit of de applicatie block, file, object storage of databases nodig heeft, wij kunnen ermee overweg.”

Nutanix wil de lijm zijn

Vanuit Nutanix zit er ook nog wel iets in het vat dit jaar op het gebied van data en storage, horen we van Jauffret. “Later dit jaar willen we de volledige waarde van de Nutanix storage-stack, bijvoorbeeld deduplicatie, naar Kubernetes brengen”, doet hij uit de doeken. Verder heeft Nutanix de nodige aandacht voor databases. We schreven al eens een uitgebreid artikel over NDB, voorheen ERA. Dit DBaaS-platform wil Nutanix ook aan gaan bieden binnen de wereld van Kubernetes. Tot slot wil het bedrijf ook meer mogelijkheden gaan bieden rondom hybride applicaties, die zowel containers als VMs gebruiken. Die moeten uiteraard wel goed weten welk gedeelte van de Nutanix-infrastructuur ze moeten aanspreken.

Onderaan de streep zijn de ambities van Nutanix op het gebied van Kubernetes vrij simpel samen te vatten. Jauffret doet dat richting het einde van ons gesprek: “Wij zijn de lijm.” De lijm tussen onderliggende infrastructuur en Kubernetes, op het gebied van compute, storage en data. Dat is een belangrijk onderdeel van een hybride cloud-infrastructuur. Die moet immers bij elkaar gehouden worden. Nutanix doet dat al jaren voor de ‘oude wereld’, maar wil het dus ook voor de ‘nieuwe wereld’ doen.

Lees ook: Nutanix’ cloudvisie voor de komende 10 jaar; draai je workloads overal