Cisco is bezig aan een serieuze metamorfose. Die is al enkele jaren aan de gang, maar kreeg eerder dit jaar een gezicht met de aanstelling van Jeetu Patel als Chief Product Officer. Hij is verantwoordelijk voor het neerzetten van een geïntegreerd productportfolio over de hele breedte van het aanbod van Cisco. Wij spraken met hem over deze enorme klus, die zeker nog niet klaar is maar wel degelijk vorm krijgt.
Een jaar of vijf geleden leek het heilige vuur er bij Cisco een beetje uit. Het bedrijf liep op behoorlijk wat vlakken zeker niet voorop qua innovatie en leek vooral de status quo te handhaven. Op zich is dat niet raar voor een bedrijf van het formaat van Cisco. In zo’n bedrijf zit dan nog wel innovatie in de verschillende onderdelen. Als geheel komt een dergelijk bedrijf echter niet echt veel verder. Om bij te kunnen blijven en beter te kunnen doen dan de rest van de markt moest dat veranderen.
Het aantrekken van Patel in 2020 (die bij het relatief kleine Box vandaan kwam, waar hij Chief Product Officer was) zou je kunnen zien als een belangrijke stap richting het moderniseren van Cisco. Hiermee bracht het bedrijf immers de mentaliteit van een kleiner bedrijf binnen. Een bedrijf waar men zich heel erg bewust was van het feit dat zaken zoals openheid en integraties cruciaal zijn voor succes in het moderne IT-landschap.
De uitdaging voor Cisco
Inmiddels heeft Patel het bij Cisco ook geschopt tot Chief Product Officer (tot voor kort was hij verantwoordelijk voor de security en collaboration business van het bedrijf) en kan hij samen met zijn teams echt aan de slag met het opnieuw opbouwen van het portfolio.
Het opnieuw neerzetten van het portfolio was en is echt nodig, geeft Patel aan: “Cisco is over de jaren heen gegroeid. Wat dan gebeurt is dat binnen de organisatie iemand verantwoordelijk is voor het netwerkonderdeel, iemand voor compute, iemand voor security, iemand voor observability en ga zo maar door.” Het probleem was echter dat ze de mogelijkheden van al die onderdelen niet optimaal konden benutten. Cisco kon geen “structureel voordeel” halen uit de combinatie van de onderdelen, in de woorden van Patel.
De taak van Patel en feitelijk iedereen bij Cisco was dus duidelijk: het bedrijf moest fundamenteel op de schop om dat voordeel wel te kunnen pakken. Dat betekende nogal wat voor een bedrijf dat in een jaar of 30 was uitgegroeid tot een van de giganten van de IT-industrie. Nog los van de veranderingen die nodig waren en zijn op het gebied van de technologie en de innovatie, moest er ook qua bedrijfscultuur veel veranderen. Dat is iets waarvoor Patel een veer in de hoed van Chuck Robbins steekt. De CEO van Cisco doet dat volgens hem heel erg goed. Het gaat dan vooral om veel meer focus op de klant dan voorheen het geval was. Zo heeft Cisco sinds enige tijd een CX (Customer Experience)-bedrijfsonderdeel.
Hoe krijgt Cisco een structureel voordeel?
Een structureel voordeel willen behalen door anders naar de eigen organisatie te kijken is echter nog maar de eerste stap. Het moet vervolgens ook echt gerealiseerd worden. Dat is niet altijd even eenvoudig, zeker niet bij een bedrijf van het formaat van Cisco. Daarnaast heeft Cisco ook te maken met klanten die vaak onderdeel uitmaken van kritieke infrastructuur. Met andere woorden, het moet allemaal wel op een doordachte manier gebeuren.
Om dit te realiseren, heeft Patel drie kernprincipes. Het eerste is dat een bedrijf producten moet bouwen waar mensen van houden. “Mensen moeten erover praten tegen vrienden en familie”, zet Patel dit sentiment nog wat dikker aan. Dat klinkt wellicht wat overdreven binnen de wereld waarin een bedrijf zoals Cisco actief is, maar is wel van groot belang volgens hem. Alleen zo krijg je een hoge adoptiegraad en daarmee dus ook commercieel succes.
Het tweede principe is dat de producten van Cisco moeten kunnen functioneren in een open ecosysteem. Dat is volgens Patel cruciaal. “Als een klant al heeft geïnvesteerd in concurrerende technologie, dan moeten we dat ondersteunen”, geeft hij aan.
Tot slot noemt Patel als derde principe dat de producten significant beter moeten zijn dan die van de concurrentie. “Niemand heeft de concurrentie ooit verslagen door 10 procent beter te zijn, we moeten 10 keer beter zijn”, volgens hem. Dit soort uitspraken zijn we gewend van Patel, voor wie de hyperbool een geliefde stijlfiguur is. Bij de introductie van het compleet vernieuwde Webex-platform enkele jaren geleden zei hij dat virtuele meetings 10 keer beter zouden worden dan fysieke meetings. Het laat in ieder geval weinig misverstand bestaan over de intentie van Cisco, ook al is de ’10 keer’ wellicht eerder beeldspraak dan iets wat daadwerkelijk meetbaar is of gaat gebeuren.
Wat is het voordeel voor klanten van Cisco?
Door het volgen van de bovenstaande drie principes, kan Cisco volgens Patel klanten voordelen bieden die andere bedrijven niet kunnen bieden. Dit is mogelijk door alles als onderdeel van een groter platform te zien en ook zo te ontwikkelen. Dat helpt klanten, omdat die vaak aangeven dat ze te veel software hebben. Die hebben dus baat bij een geïntegreerd platform, is het idee.
Om duidelijk te maken wat hij bedoelt met een geïntegreerd platform haalt Patel een voorbeeld uit de consumentenmarkt aan. Bij het overstappen naar een nieuwe telefoon vergelijkt hij de camera van een iPhone niet met die van een Google Pixel. Dit omdat hij sowieso een iPhone neemt. Dat wil Cisco ook bereiken bij klanten. Op die manier kan het de waarde van het platform ook sterk vergroten. “De kosten van het toevoegen van nieuwe technologieën aan het platform gaan hiermee extreem steil (precipitously) naar beneden”, geeft hij aan. Dat is uiteindelijk ook in het belang van de klant.
Overigens gaat het bij Cisco niet alleen om de integratie van apparatuur en de software erboven. We moeten niet vergeten dat Cisco ook een chipontwerpdivisie heeft. Met SiliconOne heeft het bijvoorbeeld silicium dat ook in de datacenters van hyperscalers draait. Het is daarnaast ook een belangrijke component is van HyperFabric, dat het eerder dit jaar aankondigde. Dit zorgt ervoor dat Cisco een full-stack platform aan kan bieden, dat zich zowel richt op de klant maar ook op een open ecosysteem. Patel noemt Cisco dan ook “platform-geobsedeerd”.
Zitten er limieten aan een open platform?
Bovenstaande uiteenzetting door Patel klinkt zonder meer goed. Het is daarnaast op basis van wat wij uit de markt horen en wat nodig is zeker een goede strategie. Toch zitten er ook wel enkele onderdelen in die bij ons wat vragen oproepen. Want hoe weten we zeker dat dit verhaal van Patel niet vooral een mooi praatje voor de bühne is? En hoe krijg en hou je de juiste balans tussen openheid en dus integratie met andere producten (soms van directe concurrenten) en gewoon zelf zoveel mogelijk proberen te verkopen?
Patel ziet ook zeker wel dat er een zekere mate van balans moet zijn. Het Apple-voorbeeld dat hij hierboven geeft gaat dan ook niet helemaal op. Apple is immers helemaal niet open en ondersteunt vrijwel niets anders dan Apple-producten. Dat is natuurlijk hun goed recht en gezien de bedrijfsresultaten ook niet meer dan logisch. Het is echter niet wat Cisco nastreeft met het geïntegreerde platform. Daar moet ook plek zijn voor technologie, producten en diensten van andere bedrijven.
Voorbeelden van die openheid zijn er ook zeker te vinden. Zo heeft Cisco Webex-apparatuur geschikt gemaakt voor Microsoft Teams. Daarnaast kan de Cisco Security Cloud (en het XDR-aanbod dat daaronder hangt) overweg met data en telemetrie van andere platformen. Binnen het netwerkgedeelte zien we een dergelijke openheid nog niet echt gebeuren overigens. Cisco is dermate dominant in die markt dat het ook (nog) niet echt nodig is. In collaboration en security is het een stuk minder dominant. Daar is het ook gewoon noodzaak om te doen.
Cisco neemt niet de makkelijkste route
Een organisatie van het formaat van Cisco volledig op de schop nemen is een zeer fundamentele verandering. Maar het was wel echt nodig. Cisco liet simpelweg te veel liggen, volgens Patel. Denk aan de compute-divisie, waar we dit jaar voor het eerst sinds jaren weer veel van hoorden. Of de securitydivisie, waar tot enkele jaren geleden ook niet enorm veel focus op was.
“Vijf jaar geleden hadden we daar te weinig aandacht voor”, geeft Patel ook meteen toe, waarbij hij het specifiek over het security-aanbod heeft. De afgelopen jaren heeft Cisco dan ook veel geïnvesteerd in deze divisie. We hebben daar meerdere keren over geschreven. Denk hierbij aan zaken zoals Security Cloud en Hypershield. Cisco zit nog altijd niet op de groeicijfers van 30 procent of meer die andere securityspelers noteren. Het zit zo rond de 15 procent. Het is nog altijd een tamelijk delicate groei, want afgelopen kwartaal was deze door het tijdelijk wegvallen van een grote overheidsklant ineens maar zeven procent. Patel ziet verder echter consistente groei, die volgens hem ook doorzet.
Op zich had Cisco op het gebied van security een eenvoudiger route kunnen kiezen. Ze hadden gewoon een bestaand product verder kunnen uitbouwen en daar heel snel behoorlijk wat groei mee kunnen realiseren. “We hadden ervoor kunnen kiezen om de Security Cloud niet te bouwen en lanceren en een puntoplossing heel snel kunnen laten groeien”, geeft Patel aan. Maar, “iets goed doen duurt nu eenmaal langer”, is hij van mening. “Dit kan betekenen dat we soms een paar maanden later zijn met nieuwe producten, maar we willen het goed doen”, vervolgt hij.
Uiteindelijk heeft Cisco vooral een visie voor de langere termijn opgetuigd. Dan kan het best eens zo zijn dat er een aantal jaar geïnvesteerd moet worden voordat de effecten duidelijk zichtbaar zijn. Niet alleen in de producten, maar ook in de organisatie van Cisco zelf. “De organisatie eist nu integratie”, volgens Patel, iets wat voorheen niet het geval was. Dat, gekoppeld aan de “tienjarige horizon” waar Cisco in de woorden van Patel naartoe werkt met een open platform, moet het verschil gaan maken voor Cisco in de markt.