De EU slaat Meta, Google en Microsoft om de oren met miljoenenboetes. Overnames van Big Tech worden met argwaan aangezien in zowel Europa als Amerika. Ondanks al deze frictie zien we prominenten als Sundar Pichai, Sam Altman en Mark Zuckerburg om de haverklap verschijnen in de bestuurlijke hoofdsteden van het Westen.
Nagenoeg elke week is er wel weer voer voor degenen die politici graag hard willen zien optreden tegen grote techbedrijven. Als recent hoogtepunt kunnen we de recordboete van 1,2 miljard euro voor Meta nemen, die deze straf ontving wegens het verzenden van Europese data naar de VS. Nu zal dit ongetwijfeld pijn hebben gedaan bij de directie, maar het feit blijft dat een bedrijf met een market cap van bijna 733 miljard dollar dit met enige regelmaat aankan.
De keerzijde: gisteren waren er zeven techbedrijven bereid om voortaan als ‘poortwachters’ te opereren voor de EU om de doelstellingen van de Digital Markets Act (DMA) te bereiken. Dit omvat richtlijnen rondom de interoperabiliteit van verschillende applicaties. Hiermee moet een oneerlijke concurrentiestrijd voorkomen worden en krijgen consumenten meer keuzevrijheid. Ook al zit er een dwangmatig element binnen deze DMA-wet (die mogelijk in maart 2024 van kracht wordt), dan nog is het opvallend dat Big Tech zelf tevoorschijn komt om te hulp te schieten.
Unilateraal
Nu zullen beleidsmakers met verschillende politieke kleuren logischerwijs andere conclusies trekken over de omgang met techbedrijven. Dat is geen zwart-wit-beeld, maar kent uitersten van een grote bewegingsvrijheid voor maximale innovatie aan de ene kant en sterke inperkingen om privacy en veiligheid te waarborgen aan de andere. Denk maar aan de data voor de ontwikkeling van generatieve AI-oplossingen, het delen van gegevens bij communicatie-apps en de continu evoluerende algoritmes van platforms als YouTube en Facebook.
Deze politieke veelvuldigheid verklaart in ieder geval deels waarom we wellicht een wispelturige houding tegenover Big Tech zien, waarin tech-prominenten soms aanschuiven bij overleg en soms niet. De exacte aard van de inmenging van de techindustrie in bijvoorbeeld Brussel is lastig vast te stellen. Wel hebben we een recent voorbeeld gezien van wat er gebeurt als deze bedrijven vinden dat ze te weinig invloed hebben gehad. De Canadese regering voerde Bill C-18 in, een wet die Google en Meta verplichtte om geld te betalen voor het delen van nieuwsartikelen vanuit dat land. Dat vertikken we, dacht men bij Google, en men beloofde de stekker uit Canadese input voor de eigen nieuwsplatformen te trekken. Met andere woorden: als het Big Tech niet zint, loopt het gewoon weg.
Wie meer bewijs voor dit proces nodig heeft, kan terecht bij het feit dat we nog altijd geen Google Bard in Europa hebben gezien. De AI-chatbot werd medio juni uitgesteld voor ons continent omdat Google wilde voorkomen dat het in het vizier van Brussel kwam te staan. Toevallig ook gelijk een handig onderhandelingsmiddel voor de AI Act, die momenteel nog volop in ontwikkeling is. Immers zou een te strenge inperking van AI kunnen leiden tot een nadelige concurrentiepositie, net als dat Canadese nieuwssites wellicht bij hun beleidsmakers in Ottawa gaan klagen als de Google-ban ze in de portemonnee raakt.
Sneller handelen
Big Tech bezit een machtspositie als het gaat om nieuws, innovatie en economische daadkracht. Een paar miljoenen- of zelfs miljardenboetes gaan dat niet veranderen. Daarom willen beleidsmakers in Brussel de privacy-onderzoeken sneller af kunnen ronden en grotere GDPR-boetes uitdelen om daadwerkelijk een effect te hebben. Ook de uitzonderlijk actieve rol die de Ierse toezichthouder op dit gebied heeft, staat ter discussie. De reden dat deze partij zoveel invloed heeft, is omdat veel techbedrijven zich officieel in Ierland ingeschreven hebben.
De snellere beslissingen zouden uiteindelijk ook Big Tech vooruit helpen. Immers heeft niemand er wat aan als een productlancering in Europa lang op zich laat wachten. De EU heeft als onderhandelingsmiddel dat het bijna 450 miljoen inwoners telt, een potentieel klantenbestand van formaat.
Zo zal er telkens dezelfde wisselwerking blijven bestaan: Big Tech probeert meer af te snoepen dan voor de EU wenselijk is, waarna men in Brussel een (mogelijk incompleet) regelpakket op poten zet. Vervolgens stribbelen de techbedrijven tegen, maar sluiten ze op den duur een compromis. Het lijkt er vooralsnog niet op dat hier verandering in gaat komen. Hoe dan ook is het wenselijker dan dat er een machtsspel zoals in Canada op gang komt, met alleen maar verliezers tot gevolg.
Lees ook: België wil Europese toezichthouder voor algoritmes