5min

Tags in dit artikel

, ,

Eind september presenteerde D66 haar concept-verkiezingsprogramma. Allereerst presenteert D66 een aantal initiatieven om innovatie te stimuleren, met name voor start-ups. Daaraan gerelateerd zijn de plannen om de digitale infrastructuur van Nederland te verbeteren. Ook schenkt men veel aandacht aan cybersecurity en digitale privacykwesties. Tenslotte haalt D66 meermaals de “digitale overheid” aan, waarbij alles van onderwijs tot zorg en cultureel erfgoed uitgelicht wordt.

Centraal in het partijprogramma staat het thema van duurzaamheid, dat veelal verbonden wordt met de “groene en digitale transitie”. Tegelijkertijd hamert men op het belang van Nederland als “brandpunt van vernieuwing en innovatie”. Het volgende citaat vat veel van deze zaken samen:

“Nederland is sterk in hoogwaardige diensten en complexe technologische activiteiten, zoals de halfgeleiderindustrie (ASML, NXP), medische technologie, biotechnologie en watermanagement. We stimuleren de groei van dergelijke bedrijven door het faciliteren van goede opleidingen, financiële prikkels, subsidies voor onderzoek en innovatie en gerichte kennismigratie.”

“Toekomstgerichte sectoren” zoals batterijproductie, AI en technologie rondom klimaatherstel zijn volgens D66 gebieden waarin Nederland kan excelleren. Ook mkb’ers zouden hier hun voordeel uit kunnen halen, aldus de partij. Men stelt voor om huidige centra van innovatie zoals Eindhoven (“high-tech”) en Twente (“MedTech”) verder te stimuleren.

Voor start-ups spreekt de partij over een aantal speciaal ingerichte constructies. Voorbeelden hiervan zijn eenvoudigere leningen tussen mkb’ers en vrienden en familie en een flexibeler personeelsbeleid dan voor grotere bedrijven geldt. In de woorden van D66: “We ondersteunen creatieve ondernemers bij het verwezenlijken van hun ideeën, zodat zij de ruimte hebben om risico’s te nemen, te leren van fouten en zich te ontwikkelen.”

Op de langere termijn voorziet de partij een grote verandering op de arbeidsmarkt. Dit zou “met name door digitalisering, robotisering en de transitie naar een groene economie en samenleving” komen. “Hierdoor zullen banen verdwijnen, maar ook nieuwe banen ontstaan.”

Digitale infrastructuur

D66 stelt dat het elektriciteitsnetwerk verzwaard en uitgebreid moet worden, dat concreet een doorzetting hoort te zijn van het huidige Actieplan Netcongestie. Het thema van duurzaamheid, dat telkens terugkeert in het concept-verkiezingsprogramma, steekt ook hier de kop op. In 2035 zou de productie van elektriciteit namelijk CO2-vrij moeten zijn.

D66 spreekt de ambitie uit om op Europees niveau de VS en China te kunnen beconcurreren op het gebied van quantumtechnologie, 5G en de chipindustrie. Die laatste twee gebieden dienen volgens D66 eveneens speerpunten binnen Nederland zelf te zijn.

Om duurzaamheid te bevorderen, zou er een digitaal productpaspoort moeten komen en uiteindelijk een digitaal impactregister. Deze zou de “economische, sociale en ecologische impact van een product” weergeven, zoals watergebruik en CO2-uitstoot, “zodat de consument in één oogopslag de maatschappelijke effecten [ervan] kan zien”.

Security en privacy

De macht van techgiganten baart D66 duidelijk zorgen, hoewel het beteugelen daarvan nog een open einde heeft. De Digital Markets Act wordt namelijk gezien als een positief begin van het reguleren van Big Tech, maar de partij hoopt een jaar nadat deze in werking is getreden (met andere woorden: in mei 2024) de balans op te maken. Ook staat vermeld dat grote techbedrijven voortaan belasting zullen moeten betalen over hun winsten. D66 tracht de keuzevrijheid van consumenten te stimuleren door communicatie-apps interoperabel te laten zijn, hoewel dit vooralsnog niet gepaard lijkt te gaan met expliciete wetgeving.

In algemene zin wil D66 de “digitale autonomie” bevorderen, zowel van Nederland als Eruopa. De partij hoopt met dal doel voor ogen onder meer de afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven te verkleinen. Alternatieve social media-platforms zoals Mastodon en Pol.is worden genoemd als suggesties om vanuit de overheid te stimuleren. Daarnaast benadrukt de partij het belang van het bewaren van persoonsgegevens binnen Europa, of het allerliefst zoveel mogelijk op de apparaten van gebruikers zelf.

Om privacy te garanderen, wil D66 dat de Europese Digitale Identiteit (eID) open-source wordt ontwikkeld. Een andere privacygerelateerde zaak is dat de partij niet-gepersonaliseerde algoritmes de standaard wil maken. Dit zodat mensen “altijd betekenisvolle toestemming geven om inhoud op basis van gepersonaliseerde algoritmes te zien.”

Op het gebied van AI zijn de D66-plannen als volgt geformuleerd: “D66 wil dat Nederland het AI-Verdrag van de Raad van Europa versneld ondertekent en moedigt ook andere landen aan dit te doen. Hiermee beschermen we de fundamentele rechten en vrijheden van mensen in het digitale tijdperk.”

Tip: AI Act krijgt vorm: de regels die AI op elk niveau moeten bezweren

Wat cybersecurity betreft wil de partij inlichtingen- en veiligheidsdiensten voorzien van “adequate bevoegdheden” om de nationale veiligheid continu te kunnen waarborgen. “Uitgangspunt voor D66 blijft hierbij dat de vergaande bevoegdheden die de diensten hebben altijd hand in hand moeten gaan met passende waarborgen en (democratisch) toezicht.” Internationale partners moeten bijdragen aan initiatieven tegen spionage en cyberaanvallen, gecombineerd met meer IT-kennis bij de overheid dan nu het geval is.

Digitale overheid en zorg

D66 hoopt zowel bij de overheid als onder de bevolking kennis over digitale zaken te stimuleren. “We investeren in kennis en bewustzijn over digitale technologie. Naast de verplichte training ‘Digitale weerbaarheid’ die Rijksambtenaren vanaf 2024 krijgen, komt er een verplichte training ‘Digitalisering, mensenrechten en ethiek’.”

Op het gebied van onderwijs stelt men dat er “veel aandacht voor digitale vaardigheden en burgerschap” moet komen. Concreet zou zich dat uiten in meer aandacht voor AI, programmeren en kritisch denken over privacy en ethiek. Huishoudens met lagere inkomens zouden een tegemoetkoming moeten krijgen om onder meer digitale apparatuur aan te kunnen schaffen.

Qua zorg zijn de digitale plannen van D66 uitgebreid. Ontwikkelingen in smart home-automation (hier ‘domotica’ genoemd) moeten de langdurige zorg assisteren en zouden verplicht ingekocht moeten worden door zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten. Ook contact tussen patiënten en zorgverleners dient eenvoudiger online plaats te kunnen vinden, ter tijdsbesparing en om de autonomie van de patiënt te verhogen. Het delen van patiëntgegevens zou voor onderzoek soepeler moeten gaan binnen Europa. Ook hier komt AI aan bod: “het gebruik van kunstmatige intelligentie in de zorg wordt ingekaderd met wet- en regelgeving.”

Investeren in een digitaal vaardige overheid is van belang om ervoor te zorgen dat “we met elkaar grip houden op wat er in onze digitale wereld gebeurt.” Het aanbod van digitaal beschikbare informatie zou ook onder D66 opgehoogd worden, waarbij rechterlijke uitspraken sneller online komen en de overheid via een experimenteel digitaal platform meer input vanuit de samenleving zou krijgen, in navolging van Spanje.

D66 hamert op digitale inclusie, dat momenteel via de staatssecretaris voor Digitale Zaken aangejaagd wordt. Wel zijn de liberalen nog op zoek naar “meer politieke grip op digitalisering”. De partij wil het takenpakket van deze staatssecretaris uitbreiden naar een ministerie van Digitale Zaken. De minister daarvan “zorgt voor bundeling van kennis en expertise binnen de overheid, bijvoorbeeld door een pool van IT-talent in te stellen die werkt aan grote maatschappelijke opgaven.”

Tip: Europa reguleert met Digital Services Act en Markets Act; wat betekent dit?