4min

Het korte antwoord is ‘ja’. Als een werkplek anders is ingericht dan we gewend waren, dan vraagt dit, bijna vanzelfsprekend, ook iets anders van de beheerorganisatie. Maar wat kenmerkt die moderne werkplek nu precies? Waarom voldoet traditioneel beheer niet meer? En wat houdt ‘modern beheer’ dan concreet in? Het beantwoorden van deze vragen resulteert in het lange antwoord: ja, omdat…

Wat de moderne werkplek modern maakt

De hele IT-wereld heeft het erover: de moderne werkplek. Vaak beschouwd als een volledig digitale werkplek die het mogelijk maakt om altijd en overal toegang te hebben tot alles wat er nodig is om productief te kunnen zijn. Of zoals Microsoft zelf zegt: “empower users to work the way they want”. Je zou het ook een flexibele werkplek kunnen noemen. Want wat de moderne werkplek echt anders maakt dan zijn voorgangers, is de mate van flexibiliteit. Hij wordt niet altijd op dezelfde manier opgebouwd, hij wordt niet altijd op dezelfde manier gebruikt, en hij hoeft niet voor lange tijd hetzelfde te zijn. Het jezelf voor jarenlang vastleggen aan een specifieke leverancier is dan ook niet langer gewenst, want wie weet wat we over twee jaar nodig hebben op de werkplek? Kortom: de moderne werkplek is een digitale omgeving waarin je altijd veilig, via elk apparaat je werk kunt doen en die flexibel meegaat in toekomstige eisen, wat deze ook zullen zijn.

Hoe we traditioneel werkplekbeheer hebben geregeld

Op het verschil tussen ‘traditioneel’ en ‘modern’ werkplekbeheer heeft Gartner een heldere visie. Gartner geeft aan dat binnen traditioneel beheer zaken als image management, patch management, group policies en software distributie centraal staan, ondersteund door Client Management Tools (CMT). Dit is aan het verschuiven naar een tussenvorm waarbij ook app stores, configuratie policies en provisioning een rol spelen. Dit noemt Gartner ‘Co-Management’. Vervolgens koersen we door naar ‘Modern Management’ waarbij alle genoemde onderdelen als puzzelstukken in elkaar vallen en ruimte ontstaat voor ‘auto-remediation’, dit alles ondersteund door Unified Endpoint Management (UEM). Als we al die begrippen dan samenvatten komt het neer op: we gaan van ‘groepen pc’s op kantoor beheren’ naar ‘individuele endpoints overal beheren’.

Wat we niet meer moeten willen

Binnen traditioneel werkplekbeheer nemen Image Management en Packaging vaak een grote rol in. Bij elke update volgt een heel proces: het Golden Image openbreken, de applicatie updaten, opnieuw packagen, in het image opnemen en opnieuw distribueren. En als het niet goed is gegaan: alles terugdraaien om weer opnieuw te beginnen. Met de toename van contextuele factoren (want, in het moderne werkplek-concept worden endpoints steeds individueler), leidt dit tot een wildgroei van Images, software versies en ‘application policies’, die dit toch al vervelende klusje steeds arbeidsintensiever en dus duurder maken.

Als we dit tegen de kenmerken van een moderne werkplek aanhouden, zoals ‘veilig’ en ‘via elk apparaat’, lopen we tegen beperkingen op. Zo zijn snelle en frequente beveiligingsupdates bijna onmogelijk en is de beheerlast die ontstaat door het gebruik van verschillende apparaten/Windows versies/contextuele vereisten, bijna ondoenlijk. Wat we daarom niet meer moeten willen is het bekijken van de werkplek als iets monolithisch waarin we lange-termijn keuzes maken en daarbij een continue hoge beheerlast accepteren. Wat we wél moeten willen is flexibel omgaan met de werkplek, haar gebruikers en toekomstige ontwikkelingen.

Modern beheer in een notendop

De kern van Modern Management is dat we ons niet meer focussen op een ‘one size fits all’ werkplek, maar een modulair opgebouwde werkplek en deze als zodanig beheren. Hierin bestaan verschillende lagen die we willen loskoppelen van elkaar en uniform kunnen gaan beheren, ongeacht het platform:

  1. Platform Layer: het delivery platform, vaak een hybride combinatie van, fysiek, virtueel en/of cloud.
  2. OS Layer: de gebruikte versie/editie van het Windows Desktop of Server OS.
  3. Security Layer: de conditionele controle die je uitoefent op alle komende lagen.
  4. Application Layer: hoe de applicaties worden afgeleverd op de werkplek.
  5. User Layer: een module voor de gebruikersomgeving (profiel en policy management).
  6. Monitoring Layer: een module voor endpoint analytics.
Een simpele weergave gesplitste layers.

Door de lagen los te koppelen van elkaar, kunnen ze als individuele module worden gemanaged en worden daarmee ook uitwisselbaar. Verandert de Windows OS laag van versie? Of gaat het delivery platform naar de cloud? Dan kunnen de overige lagen worden gehandhaafd zoals ze zijn en communiceren zij vervolgens simpelweg met het vernieuwde OS. Dit levert grote winst op in het dagelijks beheer en maakt het werkplekbeheer toekomstbestendig. Dit laatste is zeer belangrijk in een tijd waarin we snel moeten kunnen schakelen en onze eerdere investeringen willen behouden.

Dit is een ingezonden bijdrage van Liquidware. Via deze link vind je meer informatie over de mogelijkheden van het bedrijf.