2min

Tags in dit artikel

, ,

Het voorgestelde Nederlandse frequentiebeleid lijkt ervoor te gaan zorgen dat Nederland haar koppositie verliest op het gebied van mobiele connectiviteit. Dit stelt KPN in reactie op de nota Mobiele Communicatie van Minister Kamp. Het voorgestelde frequentiebeleid zou niet aansluiten op Europese ontwikkelingen en er zou onvoldoende mobiel spectrum beschikbaar zijn.

Momenteel behoren de mobiele netwerken in Nederland tot de beste van de wereld. Volgens de Digital Economy and Society Index (DESI) van 2017 staat Nederland op het gebied van connectiviteit (vast en mobiel breedband) op de 1ste plaats. Volgens KPN blijft het Nederlandse beleid met betrekking tot het beschikbaar maken van spectrum voor mobiele communicatie sterk achter in tegenstelling tot Europa, Azië en de VS.

Lancering 5G

Voor het lanceren van 5G is door de EU de 3,5 GHz band (3400 – 3800 MHz) aangewezen. Voorlopig zal dit de enige frequentieband in Europa zijn die beschikbaar komt. In Nederland bestaat er onduidelijkheid over de inzetbaarheid van deze frequentieband omdat het satellietstation in Burum slechts beperkt kan worden gebruikt. Volgens KPN ontbreekt het plan om deze band beschikbaar te maken voor mobiele communicatie.

Uit de nota komt ook het voornemen om een hoeveelheid van 2 x 10 MHz spectrum te onttrekken aan de huidige beschikbare capaciteit voor mobiel communicatie. Dit voornemen zou haaks staan op de internationale frequentieharmonisatie en het Europese beleid.

Aanpassen spectrumbeleid

KPN is van mening dat het Nederlandse spectrumbeleid alleen kan slagen als het aansluit bij het Europese en internationale beleid. KPN pleit dan ook voor een Nederlands beleid waarbij er zoveel mogelijk schaalvoordeel behaald kan worden uit de wereldwijde technologische standaardisatie en harmonisatie van spectrum. Prioriteit van dit beleid zou het beschikbaar maken van de 3,5 GHz band voor mobiele communicatie moeten zijn.

Tot slot stelt KPN dat Nederland zonder aanpassing van het frequentiebeleid achter zal gaan lopen op andere EU-landen. Het voorziet dat beoogde ontwikkelingen op het gebied van autonoom autorijden en digitale innovaties vertraging oplopen en uiteindelijk duurder worden dan noodzakelijk.