Deze week nog wordt de tweede generatie van internet officieel door China gelanceerd. China Education and Research Netwerk (CERNET2) verbindt 25 universiteiten in een twintigtal steden.
Hiermee de grootste IPv6-implementatie ter wereld. Het zou niet lang moeten duren voor het netwerk verruimd zou worden tot een honderdtal Chinese onderwijsinstellingen.
Er is gekozen voor versie 6 van het Internet Protocol (IPv6) om de eerste reden dat het duizend keer sneller is dan IPv4, maar ook omdat het meer IP-adressen en internettoepassingen aankan.
IPv4, het protocol die tegenwoordig gebruikt wordt kan maar vier miljard adressen leveren. Dit is te weinig, omdat elk toestel dat het internet opgaat een uniek adres moet hebben.
Indien er meer toestellen zijn dan beschikbare IP-adressen, dan wordt het netwerk te klein voor alle gebruikers.
Het volgende probleem met hoe IPv4 in elkaar zit is de verdeling. Toen internet van de grond kwam, was het bijna volledig in handen van Amerikaanse wetenschappers. De beschikbare IP-adressen werden toen verdeeld onder de verschillende organisaties.
Indertijd was dit geen enkel probleem, maar nu zeker wel, want de verdeling is verre van gelijk.
Van alle beschikbare IP-adressen is zo’n 74 procent in handen van organisaties in de VS, hoewel dit land maar een fractie van de wereldbevolking vertegenwoordigt.
Stanford University en MIT hebben elk afzonderlijk meer adressen van heel China.
De oplossing was dus IPv6. Het levert heel wat meer IP-adressen op, met name 2 tot de 128ste macht (dit is 256 en zesendertig nullen erachter).
Nog enkele voordelen aan het nieuwe protocol zijn het ingebouwde authentificatie en privacymodules.
IPv6 blijft al niet meer alleen in China, maar ook elders in de wereld wordt overgeschakeld. De volgende versie van Windows zal IPv6 ondersteunen.
De Europese Commissie is een grote voorstander van het protocol. De uitvoering ervan is echter vrij complex en wordt wereldwijd gecoördineerd door IPv6 Task Forces.