2min

In de openbare ruimte zou gezichtsherkenning via kunstmatige intelligentie niet moeten mogen. Dat menen diverse Europese waakhonden op het gebied van data. De reden is dat Europese burgers hierdoor een te groot privacyrisico lopen.

Het gaat daarbij om welk gebruik van kunstmatige intelligentie dan ook. Het wil voorkomen dat mensen door gezichtsherkenning worden gecategoriseerd in hokjes. Bijvoorbeeld gebaseerd op etniciteit, gender, seksuele oriëntatie of politieke beweegredenen. Dat kan namelijk leiden tot discriminatie, wat absoluut vermeden moet worden.

Gezichtsherkenning

“Het inzetten van biometrische identificatie op afstand in openbaar toegankelijke ruimtes betekent het einde van de anonimiteit op die plaatsen.” Dat zeggen Andrea Jelinek en Wojciech Wiewiorowski, twee van de hoofden van de gegevensprivacy van de waakhonden, in een gezamenlijke verklaring.

“Toepassingen zoals live gezichtsherkenning verstoren in die mate met fundamentele rechten en vrijheden dat ze de essentie van deze rechten en vrijheden in twijfel kunnen trekken”, aldus de hoofden van het Europees Comité voor gegevensbescherming en de Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming.

Deze reactie volgt op het plan van de Europese Commissie om strenge limieten in te stellen op het gebruik van gezichtsherkenning. Maar ook andere toepassingen van kunstmatige intelligentie die gepaard gaan met hoge risico’s.

Privacy en camera’s in Nederland

De Nederlandse politie heeft een databank genaamd Camera in Beeld, waarin het weet welke camera’s waarop gepositioneerd zijn. Heeft ze beelden nodig, dan kan ze die opvragen en daarop wel gezichtsherkenning toepassen via software. Het is wat anders dan waar de waakhonden aan refereren. Maar de politie heeft dit nog in onderzoek en zal plannen tot gebruik van slimmere camera’s ook langs de eventuele nieuwe wetgeving moeten leggen.