De defecte apparaten als gevolg van problemen met de Intel Atom C2000-processoren vormen een flinke kostenpost voor Cisco. De netwerkgigant zet dit jaar 125 miljoen dollar opzij voor het oplossen van de problemen met de processoren. Producten met een Atom C2000-processor gaan sneller kapot dan verwacht mag worden.
Dat Cisco 125 miljoen dollar opzij zet voor het oplossen van problemen met de Intel Atom C2000-processoren blijkt uit de cijfers die het presenteerde over het tweede kwartaal van dit jaar. Hierin valt te lezen dat de netwerkgigant het bedrag parkeert voor “het oplossen van de te anticiperen problemen van een veelgebruikte component, ingekocht bij een derde partij en geïntegreerd in meerdere producten”.
In het bericht valt overigens niet expliciet te lezen dat het om de Intel Atom C2000 is, maar de bewoording is genoeg om te weten dat het hierover gaat. Eerder deze maand bleek al via Cisco dat de processoren gebrekkig waren gefabriceerd. Een mogelijke ontwerpfout zorgt ervoor dat de processoren eerder kapot gaan dan verwacht mag worden. Zwaar gebruik zorgt ervoor dat het binnen 18 maanden ophoudt met werken.
Specifiek gaat het om de lpc-clock-output, die bij intensief gebruik stopt met werken. Een processor waarbij dit gebeurt, werkt daarna helemaal niet meer. Vermoedelijk reserveert Cisco de miljoenen om eventueel kapotte apparaten te vervangen, of de processoren te vervangen bij een defect.
Binnen een speciaal opgericht programma levert Cisco overigens vervangende producten voor apparaten met een gebrekkig functionerende Atom C2000-processor. Het zou kunnen dat Cisco binnenkort met een claim naar Intel stapt, maar zeker is dat nog niet.
Het probleem treft overigens niet alleen Cisco. De Atom C2000-processoren worden volgens de website Serve the Home ook gebruikt door onder meer Supermicro, Netgate, QCT, iXsystems, Synology, HP, en ASRock.