Linux is gisteren 33 jaar geworden. Op 25 augustus 1991 kondigde de Finse Linus Torvalds, destijds een 21-jarige informaticastudent, op de comp.os.minix-nieuwsgroep aan dat hij een gratis, open-source besturingssysteem had gemaakt. Hij was de stringente licensiepraktijken beu die golden voor MINIX, een Unix-achtig systeem in gebruik op scholen en universiteiten.
Zijn doel was om een gratis, Unix-compatibel alternatief te bieden, dat gebruikers op personal computers konden draaien in plaats van de dure MINIX-workstations. Inmiddels legendarisch vanwege de historische ironie is dat hij destijds aangaf dat het ‘gewoon een hobbyproject was, niets groots en professioneels’.
Uiteindelijk gaf de release van het OS een geheel nieuwe richting aan het levenspad van Torvalds. Ook gaf het een nieuwe draai aan de koers van de IT-geschiedenis.
Uit de hand gelopen hobby
Hoewel hij zelf (schijnbaar) dacht dat het slechts een hobbyproject zou blijven en nooit voor iets anders gebruikt zou worden dan 386-machines (en vooruit, 486-apparaten), wordt Linux vandaag de dag op veel meer plekken ingezet dan waar het ‘gewone’ publiek zich van bewust is. Servers, cloudinfrastructuren, smartphones, smart tv’s, autosystemen: Linux is ongezien de drijvende kracht achter veel systemen. Of eigenlijk: één van de vele distributies van het OS.
Het kenmerk van Linux is namelijk dat er niet één Linux is. Omdat de kernel, de kern van het OS dat op zeer hoog niveau zaken als de hardware, processen en geheugen beheert, onder de GPLv2-licentie valt, kunnen anderen Linux en afgeleiden ervan kopiëren, verbeteren en distribueren. Het OS komt in allerlei vormen, maten en smaken, die vaak ook weer een afgeleide van elkaar zijn.
Sommigen zijn inmiddels zelf wereldberoemd onder IT’ers, zoals Red Hat Enterprise Linux of Ubuntu, andere zijn obscuur of alleen interessant voor een niche-doelgroep. Denk dan bijvoorbeeld aan Batocera, dat eigenlijk alleen maar dient om retro-videogame systemen te emuleren. Andere bekende distributies (‘distro’s’) zijn Linux Mint, Debian, CentOS, Arch Linux, OpenSUSE en Kali.
Softwarelicentie GPLv2 liet Linux vliegen
De eerste versie van de Linux-kernel kwam nog uit onder een licentie die commerciële activiteit beperkte, maar Torvalds bracht in 1992 Linux 0.99 uit onder de GPLv2 softwarelicentie. Die licentie kwam eveneens in 1991 beschikbaar. In Torvalds’ eigen woorden: “Het werd snel duidelijk dat mijn oorspronkelijke copyright zo beperkend was dat het sommige geldige toepassingen verbood… En hoewel ik in het begin nerveus was over de GPL, wilde ik ook mijn waardering laten blijken voor de GCC C compiler waar Linux van afhankelijk was, die uiteraard ge-GPL’d was.”
De Linux kernel is inmiddels overal. Android is bijvoorbeeld gebaseerd op Linux, al betreft dit een atypische distro met eigen user-space libraries, runtime environment en applicatie-framework. Linux draait op supercomputers, publieke clouds en de renderfarms van filmstudio’s. Maar ook op de kleinste Raspberry Pi single-board-computers en Chromebooks. Linux heeft in 2021 zelfs iets gedaan dat nog geen mens voor elkaar heeft gekregen: de planeet Mars bereiken.
Voor het dertigjarig bestaan van Linux namen we een podcast op met Maxim Burgerhout, destijds principal solution architect bij Red Hat. Het is de moeite waard deze nog eens terug te luisteren.