2min

Tags in dit artikel

, ,

Het omkopen van regering-officials en het vervalsen van de boekhouding, komt het Zweedse Ericsson duur te staan. De fabrikant moet ruim een miljard dollar betalen aan Amerikaanse autoriteiten als onderdeel van een deal die werd gesloten.

Tussen 2000 en 2016 zou Ericsson stelselmatig geld richting officials hebben geschoven, net als het hanteren van een creatieve boekhouding. Daarnaast zou ook niet zijn voldaan aan het hebben van een behoorlijke controle op wat er op de accountancy gebeurde. Ericsson gaf toe dat het, middels een andere partij, geregeld bedragen overmaakte naar officials van de regeringen van onder andere China, Vietnam en Indonesië.

In China zou omkoping het langst hebben plaatsgevonden, van 2000 tot en met 2016. Miljoenen dollars werden gebruikt om geschenken, reizen en vermaak te betalen. Daarnaast zouden er ook contracten zijn getekend voor bepaalde services, die vervolgens nooit werden uitgevoerd.

Twee keer boete van 500 miljoen

Het Amerikaanse Ministerie van Justitie legde een boete van ruim een half miljard dollar op aan Ericsson, terwijl de Securities and Exchange Commission (SEC) daar 540 miljoen dollar overheen ging. Bij elkaar ruim een miljard, aan de hand van twee onafhankelijk uitgevoerde onderzoeken van de Amerikaanse instanties.

Dat Ericsson de bui al voelde hangen, bleek eerder dit jaar al. De Zweedse techgigant maakte toen ruim elf miljard Zweedse kronen vrij voor de eventuele boetes die betaald moesten worden. Omgerekend komt dat bedrag neer op een slordige één miljard dollar: voldoende om de SEC en de DoJ tevreden te stellen.

In het derde kwartaal van 2019 noteert Ericsson dan ook een verlies van bijna zeven miljard Zweedse kronen. Zonder boete was er, ondanks een reorganisatie, gewoon winst gemaakt in het kwartaal.

In een statement laat de CEO van Ericsson, Börje Ekholm weten ‘teleurgesteld te zijn in het falen in het verleden’. “De overeenkomst met de SEC en DoJ laten zien dat we onze zaken niet altijd op de juiste manier hebben uitgevoerd. Deze fase toont het belang aan van keuzes maken aan de hand van feiten en een werksfeer waarin een probleem bij de hoorns vatten wordt ondersteund”, aldus de CEO.